1.4.2
Koeling
Gebruik wordt gemaakt van intercooling en hiervoor is
uw generatorset voorzien van een zeewaterpomp en
warmtewissellaar. Het verwarmde koelwater wordt stan-
daard in het uitlaatsysteem geïnjecteerd en verdwijnt met
de uitlaatgassen overboord. Goed aangelegde koelleidin-
gen zijn essentieel voor een goed functioneren van de
generatorset en voorkomt temperatuurproblemen.
Afb. 4.
1 BUITENBOORDWATERTOEVOER
Het koelsysteem van de generatorset moet een eigen
koelwaterinlaat hebben en mag geen verbindingen
hebben met koelwatersystemen van andere motoren
of apparaten. Voor de toevoer van koelwater zijn de
volgende accessoires en materialen nodig:
Een huiddoorvoer met waterschepje, een afsluiter,
een filter en slangen of leidingen en slangenklemmen.
Het waterinlaat systeem heeft een diameter van 12,5
mm. (1/2"). Het systeem moet zo kort mogelijk wor-
den gehouden en zonder bochten - die luchtbellen
kunnen vasthouden - en knikken worden aangelegd.
Verstoppingen, knikken en afklemming van de toe-
voer van koelwater of beschadigingen van de impel-
ler van de koelwaterpomp is de meest voorkomende
oorzaak van temperatuur-problemen.
Nadat de generatorset is geïnstalleerd kan men de
doorstroming controleren door gedurende een geme-
ten tijd het koelwater op te vangen in een vat met
bekende inhoud. De opbrengst moet tussen de 8 en
12 liters per minuut liggen.
NL / WHISPER 3,5 / Oktober 2004
1 Waterlijn;
2 Water/uitlaatgasscheider/zwanenhals;
3 Afsluiter waterafvoer;
4 Waterslot;
max.
120 cm
5 Beluchter;
6 Wierpot;
7 Afsluiter.
INSTALLATIE
min.
60 cm
7