Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Ventilatie; Aansluitingen - Mastervolt WHISPER 8 ULTRA Installatiehandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor WHISPER 8 ULTRA:
Inhoudsopgave

Advertenties

INSTALLATIE
1.4

VENTILATIE

De generatorset ontrekt lucht aan de machinekamer. Voor
voldoende aanvoer van lucht en voor de afvoer van
warmte moet de machinekamer daarom zijn voorzien van
toereikende ventilatieroosters die op de juiste plaats zijn
gemonteerd. Voor een afdoende luchttoevoer van alleen
de generatorset is een ventilatieopening van tenminste
2
0,5m
noodzakelijk
Een "gesloten" machinekamer moet uitgerust zijn met
afzuiginstallatie om de temperatuur in de machinekamer
niet te hoog te laten oplopen.
Een hoge omgevingstemperatuur heeft een afname van
het motorvermogen tot gevolg en leidt tot een verhoging
van de temperatuur van het koelwater. Wanneer de
temperatuur van de aangezogen lucht 40°C bedraagt, zal
het motorvermogen met 2% afnemen voor elke 5°C dat de
temperatuur stijgt. Bovendien zal het de koeling negatief
beïnvloeden. In het algemeen mag de temperatuur van de
een machinekamer niet meer dan 15°C boven de
omgevingstemperatuur liggen.
Eventueel kan men met behulp van ventilatoren en
luchtinlaat- en luchtafvoerkanalen de koeling bevorderen.
Luchtaanzuiging vanuit de machinekamer vindt zo laag
mogelijk plaats waardoor circulatie ontstaat en de lucht in
de machinekamer steeds wordt ververst.
Geforceerde ventilatie vindt plaats door lucht naar buiten
te blazen en niet door het aanzuigen van frisse lucht. Bij
gebruik van een generatorset met geluidskast is een
directe
aanvoer
van
aanzuigopeningen in de kast te overwegen.
De ventilatieopeningen moeten voorzien zijn van louvres
zodat spatwater geen toegang kan krijgen tot de
generatorset. Bovendien moet de lucht van buiten zo hoog
mogelijk worden aangezogen om te voorkomen dat (zout)
water meekomt.
4
koude
buitenlucht
naar
Copyright © 2008 Mastervolt / December 2008 / WHISPER 8/10/12/16 ULTRA / NL
1.5

AANSLUITINGEN

Bij aflevering van de generatorset zijn alle aansluitingen
(bedrading, brandstofleidingen enz.) al aangesloten op de
motor en de generator. Deze leidingen zijn door de
geluidskast gevoerd. Zie voor doorvoervolgorde afb. 2 t/m
4.
Alle elektrische verbindingen die u maakt (draad-
diameters) dienen te voldoen aan de plaatselijke eisen. De
meegeleverde bedrading is bestand tegen temperaturen
tot 70°C. Wanneer hogere temperaturen voorkomen moet
de bedrading door hittebestendige buizen worden gelegd
LET OP!
Lees voordat u begint met inbouwen de
veiligheidsvoorschriften
handleiding.
de
in
de
gebruikers-

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave