De generator dient zo op het boordnet aangesloten te
worden dat aan alle ter plaatse geldende voorschriften
wordt voldaan. Het kan nodig zijn daartoe schakelaars,
zekeringen en extra stopvoorzieningen in te bouwen. Ook
een verdeling van de belasting in apart gezekerde
groepen is belangrijk. In ieder geval moet tussen de
generatoruitgang en het boordnet een circuitbreaker of
schakelaar worden opgenomen die generator en boordnet
volledig kan scheiden. Met deze schakelaar moeten alle
gebruikers in een keer kunnen worden afgeschakeld.
Deze schakelaar kan ook dienen om bij gebruik van een
externe stroomvoorziening de generator volledig af te
schakelen. Het boordnet dient geschikt te zijn voor 230V
en het geleverde vermogen. Zie erop toe dat het systeem
wordt geïnstalleerd door een ter zake deskundige
installateur.
1
ZEKERINGEN
Tussen de uitgang van de generator en de ingang van het
boordnet dient u ter beveiliging van het boordnet een
zekering
(automaat)
op
uitgangsstroom bedraagt (bij 230V):
Model
Whisper 6 Ultra
Whisper 8 Ultra
Whisper 12 Ultra
Whisper 16 Ultra
De zekeringen dienen een trage uitschakelkarakteristiek te
hebben. Eventuele elektromotoren of pompen in het
boordsysteem
moeten
motorbeveiligings-schakelaar.
2
AARDING
De vermogenswikkelingen van de generator liggen niet
aan aarde. Alle overige onderdelen van de generator zijn
geaard. Deze aarding is weer verbonden met de negatieve
(–) aansluiting van de startaccu. Het verbinden van de
nulleider (N) en de aarde (PE) van de 230 V generator
maakt onderdeel uit van het te kiezen beveiligingssysteem
en moet alleen plaats vinden als een systeem wordt
toegepast die dit vereist
Ook is het mogelijk dat de elektrische installatie van het
voertuig beschermd moet worden tegen aardlekfouten.
Maatregelen
hiertoe
zijn
NL / Whisper 6/8/12/16 Ultra voor mobiele toepassingen / Mei 2009 / Copyright © 2009 Mastervolt
te
nemen.
De
maximale
maximale uitgangsstroom
per fase
25A
35A
52A
70A
voorzien
zijn
van
onderworpen
aan
lokale
regelgeving en kunnen afhankelijk zijn van de toepassing
van het voertuig.
In de standaard handleiding voor maritieme toepassingen
van de generator kunt u meer informatie vinden. Bedenk
wel dat dit informatie betreft volgens CE aan boord van
schepen. Voor voertuigen is weer andere regelgeving van
toepassing. Hierover dient u deskundig advies in te
winnen.
3
KABELS
Voor de bedrading dient u oliebestendige kabel te
gebruiken met drie aders (230V) met een soepele kern.
Hiervan is een van de aders bestemd voor de aarding
(PE). Gebruik kabel met voldoende aderdoorsnee.
Gebruik bij toepassing van zeer lange kabels een grotere
aderdoorsnee (raadpleeg hiertoe ISO 13297 annex A).
4
AC KEUZESCHAKELAAR
U dient een AC-keuzeschakelaar te installeren tussen de
generator en het boordnet van het voertuig. Hiermee dient
u alle aangesloten belastingen in een keer af te kunnen
schakelen. Deze schakelaar dient er ook voor om de
generator
te
spanningsbron (bijvoorbeeld een externe aansluiting op
het elektriciteitsnet).
Bij gebruik van schakelaars om bijvoorbeeld te selecteren
tussen extern/generator/omvormer dient gebruik te worden
gemaakt van deugdelijke systemen die 2-polig schakelen.
De
nul
wordt
omschakelen plaats vindt met behulp van relais dient deze
schakeling zodanig te zijn ontworpen dat het klapperen
van de relais wordt voorkomen. Hiervoor dienen diverse
tijdvertragingen bij het schakelen te worden ingebouwd.
een
Mastervolt adviseert u een "Mass Systemswitch" te
gebruiken.
Deze
boordnet na 10 seconden automatisch over van een
externe 230V spanningsbron naar de generator en
omgekeerd naar gelang de beschikbaarheid daarvan.
Het omschakelsystemen tussen generator en
andere spanningsbronnen moet altijd de de
fase (L) en nul (N) gelijktijdig schakelen. Bij de
Mass Systemswitch is dit uiteraard standaard
het geval.
scheiden
van
een
andere
altijd
meegeschakeld.
Mass
Systemswitch
INSTALLATIE
230V
Indien
het
schakelt
het
23