FD-R Basic.3
als de decoder in digitaal bedrijf plotseling naar analoog bedrijf
overschakelt (bijv. als gevolg van stoorspanningen waarvan de
oorzaak moeilijk te lokaliseren is);
als een waarde voor de Packet Time Out is geprogrammeerd om een
geforceerde stop uit te voeren in geval van uitval of uitschakeling
van de baanspanning.
Schakelen van de functie-uitgangen
Het in- en uitschakelen van de functie-uitgangen is bij analoog bedrijf
niet mogelijk. De uitgangen kunnen met de digitale centrale dusdanig
worden geprogrammeerd dat ze in het analoog bedrijf in- of
uitgeschakeld zijn. De effecten die voor de uitgangen zijn ingesteld zijn
ook actief binnen het analoog bedrijf.
Uitgangen die afhankelijk van de richting worden geschakeld, worden
in analoog bedrijf in overeenstemming met de rijrichting in- of
uitgeschakeld. Bij gebruik op analoge gelijkstroombanen geldt dit alleen
voor lampen of extra apparaten, waarvan de retourleiding met de
retourdraad voor alle functies van de decoder is vebonden.
4.3. Functie-uitgangen
De decoder heeft vier functie-uitgangen met een maximale stroom van
elk 300 mA (F0f, F0r) en 100 mA (AUX1, AUX2) voor de aansluiting van
extra
belastingen
koppeling). Opmerking: De maximale totale stroom van de decoder
(inclusief motor) is 700 mA.
Functie mapping volgens RCN-227
De toewijzing van de functies aan de uitgangen gaat volgens de
RailCommunity norm RCN-227. Iedere functie (F0 tot F28, elk gescheiden
voor vooruit en achteruit rijden) kunnen daar voor één of meerdere
uitgangen toe gewezen worden. Daarnaast bestaat de mogelijkheid, de
functies een andere functie zoals "UIT" schakelaar toe te wijzen.
(bijv.
verlichting,
rookgenerator,
Nederlands
elektrische
Pagina 11