Gebruikershandleiding
• Om verbinding te maken met een Bluetooth-apparaat, drukt u op de toets
Controleer indien nodig of hetzelfde nummer wordt weergegeven in de dialoogvensters voor beide apparaten.
• Om de verbinding met een gekoppeld Bluetooth-apparaat te verbreken, markeert u het apparaat. Druk op de
toets
> Verbinding verbreken.
Verwante informatie
Bluetooth-technologie in- of uitschakelen,
Ik kan geen koppeling maken met een Bluetooth-apparaat,
Tijdens een gesprek naar een gekoppeld Bluetooth-
apparaat schakelen
Vóór u begint: Als u deze taak wilt uitvoeren, moet u Bluetooth
Druk tijdens een oproep op de toets
Verwante informatie
Bluetooth-technologie in- of uitschakelen,
Contactpersonen delen met een gekoppelde
Bluetooth-carkit
1.
Klik in het beginscherm boven aan het scherm op het gedeelte Verbindingen of klik op het pictogram Verbindingen
beheren.
2.
Klik op Netwerken en verbindingen > Bluetooth-verbindingen.
3.
Markeer een Bluetooth
4.
Druk op de toets
Verwante informatie
Instellen welke contactpersonen kunnen worden gedeeld met een Bluetooth-carkit,
Ik kan geen contactpersonen delen met een gekoppeld Bluetooth-toestel,
Ik kan geen contactpersonen delen met een gekoppeld Bluetooth-toestel,
Ik verlies mijn verbinding met een Bluetooth-carkit,
Instellen welke contactpersonen kunnen worden gedeeld met een Bluetooth-carkit,
293
> <Bluetooth-apparaat> activeren.
293
®
--carkit.
> Contactpersonen overbrengen.
304
45
®
inschakelen.
299
304
304
299
Bluetooth-technologie
> Verbinding maken.
295