Gebruikershandleiding
Druk tijdens het typen tweemaal op de toets
Een item toevoegen aan Woordvervanging
1.
Klik in het beginscherm of in een map op het pictogram Opties.
2.
Klik op Typen en taal > Woordvervanging.
3.
Druk op de toets
4.
Typ in het veld Vervangen de tekst die u wilt vervangen.
5.
Voer een van de volgende bewerkingen uit in het veld Door:
•
Typ de vervangende tekst.
• Druk op de toets
6.
Voer een van de volgende handelingen uit:
•
Als u de hoofdletters van de tekst wilt handhaven zoals u deze typt, wijzigt u het veld Hoofdletters in Zoals
ingevoerd.
•
Als u het hoofdlettergebruik van de tekst wilt bepalen op basis van de context, wijzigt u het veld Hoofdletters in
Slimme hoofdletters.
7.
Wijzig de taal in het veld Taal.
8.
Druk op de toets
Een Woordvervanging-fragment wijzigen of verwijderen
1.
Klik in het beginscherm of in een map op het pictogram Opties.
2.
Klik op Typen en taal > Woordvervanging.
3.
Markeer een Woordvervanging-fragment.
4.
Druk op de toets
• Klik op Bewerken om het woordvervangingsfragment te wijzigen. Wijzig het fragment. Druk op de toets
Opslaan.
•
Klik op Verwijderen om het woordvervangingsfragment te verwijderen.
Woordvervanging uitschakelen
1.
Klik in het beginscherm of in een map op het pictogram Opties.
2.
Klik op Typen en taal > Typen.
3.
Voor een toetsenbord klikt u op Geavanceerde stijlopties.
4.
Schakel het selectievakje Spelling uit.
5.
Druk op de toets
.
> Nieuw.
> Macro invoegen als u een macro wilt invoegen, bijvoorbeeld de huidige datum of tijd.
> Opslaan.
.
> Opslaan.
Typen
>
233