4
Selecteer met
TOESTEL #.
5
Druk op OK.
6
Gebruik de numerieke toetsen om uw
fax /telefoonnummer in te voeren
(max. 20 cijfers, inclusief spaties).
•
Als u een spatie wilt invoeren,
drukt u op Functie en vervolgens
op Spatie. Spaties zijn optioneel,
maar maken het nummer wel beter
leesbaar.
•
Als u voor het nummer een
plusteken (+) wilt plaatsen, drukt u
op #.
•
Als u een vergissing maakt, drukt u
op Wissen en voert u het nummer
opnieuw in.
7
Druk tweemaal op OK.
8
Gebruik de numerieke toetsen om uw
naam of de naam van de onderneming
in te voeren (max. 24 tekens, inclusief
spaties).
•
Als u niet weet hoe u tekens
invoert, raadpleegt u p. 3 2.
•
Als u een vergissing maakt, drukt u
op Wissen en voert u de naam
opnieuw in.
9
Druk op OK.
10
Druk op Stop om terug te keren naar de
standby mode.
Om te controleren welke informatie over de afzender in uw FAX is opgeslagen, kunt u de
GEBRUIKERS GEGEVENS LIJST afdrukken (
Hoofdstuk 3
of
de optie
TOESTEL #
Vb.:
TEL=
Vb.:
TEL=
123 4567
DATA INVOER OK
TOESTEL NAAM
Vb.:
_
Vb.:
CANON _
DATA INVOER OK
TX TERMINAL ID
Vb.:
15:00
p. 14 2).
Opslaan van informatie
:A
:A
Fax
3 7