Kiezen van afdrukmateriaal
Volg deze aanwijzingen voor het kiezen van enveloppen en transparanten:
Zie Hoofdstuk 5 voor de richtlijnen voor papier.
■
Enveloppen
•
Gebruik standaard enveloppen met diagonale naden en sluitkleppen.
•
Om papierstoringen op het MP blad te voorkomen, dient u de volgende
enveloppen niet te gebruiken:
– Enveloppen met vensters, gaten, perforaties, uitsnijdingen en dubbele
sluitkleppen
– Enveloppen gemaakt van speciaal gecoat papier of papier voorzien van reliëf
– Enveloppen met zelfklevende hechtstrips
– Enveloppen met brieven
•
U kunt wellicht andere envelopformaten plaatsen dan de op de vorige pagina
vermelde formaten. Canon kan echter geen correcte verwerking van dergelijke
enveloppen garanderen.
Wanneer u op enveloppen afdrukt, dient u de uitvoer met tekstzijde omhoog te gebruiken
(
p. 5 4).
■
Transparanten
•
Gebruik uitsluitend transparanten die geschikt zijn voor laserprinters.
•
Wanneer u op transparanten afdrukt, dient u de uitvoer met tekstzijde omhoog te
gebruiken (
•
Om te voorkomen dat de transparanten gaan krullen, dient u ze zodra ze zijn
uitgevoerd te verwijderen en ze op een vlakke ondergrond te laten afkoelen.
Plaatsen van enveloppen
Volg deze procedure om max. 7 enveloppen op het MP blad te plaatsen:
1
Maak de enveloppen gereed voor
gebruik
❏ Plaats de enveloppen op een stevige,
schone ondergrond en druk stevig op
de randen om scherpe vouwen te
maken.
•
Bijlage B
p. 5 4).
Druk op alle randen van de
enveloppen om eventuele krullen
en lucht uit de enveloppen te
verwijderen. Druk ook stevig op
het gedeelte bij de randen van de
sluitklep.
Instructies voor de FAX L295
B 5