2. Druk de flensmoer volledig in de binnenflens (1).
De binnenzijde van de flens moet een horizontaal vlak vormen. Monteer de flens
alleen als de flensmoer volledig kan worden verzonken. Bij een montage met een
uitstekende flensmoer kunnen de binnenflens en bevestiging beschadigd worden.
3. Plaats de binnenflens in de 6 kraag-geleidepennen van de zaagarm (2).
▶ De kraag van de kraag-geleidepennen bevindt zich in de groef van de binnenflens.
4. Druk het trekanker in de bevestiging (3) en draai het trekanker met de hand vast (4).
5. Borg het trekanker met het zaagblad voor bondig zagen en draai het trekanker tot de
aanslag (5) met de hand vast.
▶ Als indraaien met de hand niet mogelijk is, een ring-steeksleutel gebruiken.
• Bij het inschroeven van het trekanker wordt de flensmoer uit de parkeer-
positie in de binnenflens getrokken en glijdt deze in de bevestiging van de
zaagarmspindel. Als de flensmoer in de bevestiging van de zaagarmspindel
glijdt, kan het trekanker gemakkelijk bewegen en springt dit eventueel door
de veerspanning terug in de uitgangspositie.
Voor de correcte montage van de binnenflens zijn minstens 6 omwentelingen
nodig.
• BELANGRIJK!
Als het trekanker na circa 3 omwentelingen niet verder kan worden gedraaid,
glijden mogelijk de vertandingen niet goed in elkaar en kan de flens niet goed
worden gemonteerd.
→ Stop met de montage.
→ Demonteer de binnenflens, verhelp de oorzaak van de storing en monteer
de binnenflens opnieuw.
6. Zet het trekanker met het voorschreven koppel vast.
Technische data
Ring-steeksleutel (voor trekanker)
Aanhaalmoment
7. Controleer of de binnenflens volledig en spelingsvrij tegen de zaagarmspindel aanligt.
7.4.2 Zaagblad (normaal zagen) monteren
Voordat u met de montage begint moet u de wandzaag met de aan-/uitschakelaar of de
knop noodstop bedienen.
Haal de stekker uit het stopcontact.
*2353788*
2353788
19 mm
80 Nm
Nederlands
31