Probleem
gaat branden op het
kookplaatdisplay.
gaat branden op het
kookplaatdisplay.
gaat branden op het
kookplaatdisplay.
gaat branden op het
kookplaatdisplay.
gaat branden op het
kookplaatdisplay.
gaat branden op het
kookplaatdisplay.
De oven wordt niet warm.
De oven wordt niet warm.
De oven wordt niet warm.
De oven wordt niet warm.
De oven wordt niet warm.
De lamp werkt niet.
Het duurt te lang om de ge‐
rechten te bereiden of ze ko‐
ken te snel.
Stoom en condens slaan
neer op het eten en in de
ovenruimte.
Mogelijke oorzaak
Automatische uitschakeling
werkt.
De functie vergrendeling/
kinderbeveiliging werkt.
Er staat geen pan op de zo‐
ne.
Het kookgerei is onjuist.
De diameter van de bodem
van de pan is te klein voor
de zone.
De pan dekt het kruis/vier‐
kant niet af.
De oven is uitgeschakeld.
De klok is niet ingesteld.
De benodigde instellingen
zijn niet ingesteld.
De automatische uitschake‐
ling is geactiveerd.
Het kinderslot is ingescha‐
keld.
De lamp is defect.
De temperatuur is te laag of
te hoog.
Je hebt het gerecht te lang
in de oven achtergelaten.
NEDERLANDS
Oplossing
Schakel de kookplaat uit en
weer in.
Raadpleeg het hoofdstuk
'Kookplaat - Dagelijks ge‐
bruik'.
Plaats een pan op de zone.
Gebruik het juiste kookgerei.
Zie het hoofdstuk 'Kookplaat
- Nuttige aanwijzingen en
tips'.
Gebruik pannen met de juis‐
te afmetingen. Zie het hoofd‐
stuk 'Kookplaat - Nuttige
aanwijzingen en tips'.
Dek het kruis/vierkant volle‐
dig af.
Activeer de oven.
Stel de klok in
Zorg ervoor dat de instellin‐
gen correct zijn.
Raadpleeg 'Automatisch uit‐
schakelen'.
Zie 'Het kinderslot gebrui‐
ken'.
Vervang de lamp.
Pas indien nodig de tempe‐
ratuur aan. Volg het advies
in de gebruikershandleiding.
Laat gerechten na het berei‐
den niet langer dan 15 - 20
minuten in de oven staan.
45