Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Ongelijke Meshoogten Corrigeren - Toro Guardian 72 Recycler Groundsmaster 300 Series Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

3. Controleer de snijranden van alle messen. Als de
snijranden niet scherp zijn of bramen vertonen, moeten
ze worden geslepen. Gebruik een vijl om de bovenkant
van het mes te slijpen en de oorspronkelijke snijhoek te
behouden en te zorgen dat het mes scherp blijft (Fig. 28).
Het mes zal in balans blijven als dezelfde hoeveelheid
metaal aan beide snijranden wordt weggehaald.
UITSLUITEND ONDER
DEZE HOEK SLIJPEN
AANZICHT VAN
HET UITEINDE
Figuur 28
4. Om te controleren of het maaimes recht en evenwijdig
is, moet u het mes op een horizontaal vlak leggen en de
uiteinden inspecteren. De uiteinden moeten iets lager
dan het midden zijn en de snijrand moet lager dan de
onderkant van het mes zijn. Dit mes zorgt voor een
goede maaikwaliteit en vereist minimaal vermogen van
de motor. Als echter de uiteinden van het mes hoger dan
het midden zijn of de snijrand hoger dan de onderkant
is, betekent dit dat het mes krom of verbogen is, en
moet het worden vervangen.
5. Monteer het mes; zie Maaimes verwijderen, blz. 24.
Ongelijke meshoogten
corrigeren
Indien de messen niet op gelijke hoogte zijn afgesteld,
zullen er na het maaien strepen zichtbaar zijn op de
grasmat. Dit probleem kan worden gecorrigeerd door de
messen recht te zetten en ervoor te zorgen dat alle messen
op hetzelfde niveau maaien.
1. Gebruik een waterpas van ongeveer een meter lang en
zoek een horizontaal oppervlak op de grond.
2. Zet de maaihoogte in de hoogste stand; zie De
maaihoogte afstellen, blz. 14.
3. Laat het maaidek neer op een horizontaal oppervlak.
Verwijder de kappen die boven op het maaidek zitten.
4. Maak de veer los van de beugel van de spanpoelie om
de veerspanning op te heffen.
5. Draai de messen totdat de uiteinden in de lengterichting
liggen. Meet de afstand van de grond tot de voorkant
van de snijrand en noteer deze afstand. Draai
vervolgens hetzelfde mes zodat het andere uiteinde voor
komt en meet opnieuw. Het verschil tussen de afstanden
mag niet meer zijn dan 3 mm. Als dit verschil meer dan
3 mm bedraagt, is het mes krom en moet het worden
vervangen. U moet alle messen meten.
6. Vergelijk de metingen van de buitenste messen met het
middelste mes. Het middelste mes mag niet meer dan
10 mm lager zijn dan de buitenste messen. Indien het
middelste mes meer dan 10 mm lager is dan de buitenste
messen, ga dan verder met stap 7 en plaats opvulstukken
tussen het ashuis en de onderkant van het maaidek.
7. Verwijder de tapbouten, platte ringen, borgringen en
moeren van de buitenste as op de plek waar de
opvulstukken moeten worden geplaatst. Om het mes
hoger of lager te zetten, moet een opvulstuk,
Onderdeelnr. 3256–24, tussen het ashuis en de
onderkant van het maaidek worden geplaatst. Ga verder
en controleer de uitlijning van de messen en plaats
opvulstukken totdat de randen van de messen binnen de
gewenste afstand blijven.
Belangrijk
Gebruik niet meer dan drie opvulstukken
voor één gat. Gebruik minder opvulstukken in naastgelegen
gaten indien er meer dan één opvulstuk voor één gat is
gebruikt.
8. Bevestig de veer aan de beugel van de spanpoelie.
Plaats de drijfriemkappen terug.
25

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

3071630716te

Inhoudsopgave