Gebruiksaanwijzing
Wij adviseren u beschermende uitrusting te gebruiken,
zoals een veiligheidsbril, gehoorbescherming,
veiligheidsschoenen en een helm.
Voorzichtig
Deze machine stelt de bestuurder bloot aan
geluidsniveaus van meer dan 85 dBA. Bij langdurige
blootstelling kan dit leiden tot gehoorbeschadiging.
Draag gehoorbescherming als u deze machine
gebruikt.
1
Figuur 13
1. Voorzichtig
Tips voor bediening en gebruik
Maai als het gras droog is
Maai laat in de ochtend om dauw te vermijden waardoor
het gras op kluitjes bij elkaar gaat zitten, of laat in de
middag om te voorkomen dat het directe zonlicht het
gevoelige, pas gemaaide gras schaadt.
Kies de juiste maaihoogte-instelling in
overeenstemming met de
omstandigheden
Verwijder bij het maaien ongeveer 25 mm of niet meer dan
1/3 van de grassprieten. Bij zeer lang, mals en dicht gras
moet u wellicht de maaihoogte-instelling een stap omhoog
zetten. Als u maait bij een maaihoogte van 25 of 38 mm,
moet u een tweede ring plaatsen tussen de achterzwenk-
wielvorken en de onderkant van de behuizingen van de
zwenkwielarm om de hoekgrootte van het mes te vergroten.
2
2. Draag
gehoorbescherming
17
Maaien in extreme omstandigheden
Om het gras goed te maaien en het maaisel fijn te maken in
de maaikast, is lucht nodig; zet de maaihoogte dus niet te
laag en zorg ervoor dat de maaikast niet helemaal door
ongemaaid gras omgeven is. Probeer altijd één zijkant van
de maaikast vrij van ongemaaid gras te houden, zodat lucht
kan worden aangezogen. Als u begint te maaien door het
midden van een ongemaaid gebied, moet u langzaam rijden
en achteruit rijden als de machine verstopt raakt.
Begin altijd te maaien met scherpe
messen.
Een scherp mes snijdt het gras netjes af, zonder rukken of
scheuren, zoals een bot mes wel zou doen. Als het gras
inscheurt of kapot wordt getrokken, wordt het bruin aan de
punten, waardoor het gras minder goed groeit en vatbaarder
voor ziekten wordt. Controleer of het mes in een goede
conditie is en de wiek volledig aanwezig is.
Conditie van het maaidek controleren
Controleer of de maaikamers in een goede conditie zijn.
Buig eventueel onderdelen van de maaikamer recht om
ervoor te zorgen dat er een goede speelruimte tussen de
rand van het mes en de maaikamer is.
Stoppen
Als de machine tijdens het maaien tot stilstand moet
worden gebracht, kan er een kluit maaisel terechtkomen op
het gazon. Ga als volgt te werk als u tijdens het maaien
stopt:
1. Schakel de maaimessen in en rij naar een deel van het
gazon dat al is gemaaid.
2. Schakel naar de neutraalstand, zet de gashendel op
Langzaam en draai het contactsleuteltje op Uit.
Na het maaien
Om optimale resultaten te waarborgen, moet de onderkant
van de maaikast na iedere maaibeurt worden gereinigd,
vooral rond de inzetstukken (uitstoters). Als zich grasresten
kunnen ophopen op de maaikast en de inzetstukken, zullen
de maairesultaten verslechteren.