Het instellen van de oliepomp
De oliepomp is instelbaar.
Het instellen gebeurt door de
schroef met een
schroevendraaier of
combinatiesleutel te draaien. De
zaag wordt af fabriek geleverd
met de schroef in positie 2. Door
de schroef met de wijzers van
de klok mee te draaien wordt de
olietoevoer kleiner, door hem
tegen de wijzers van de klok in
te draaien groter.
!WAARSCHUWING! Bij het instellen mag de
motor niet draaien.
Aanbevolen stand:
Zaagblad 13" -15": Positie 1
Zaagblad 18" -20": Positie 3
Koelsysteem
Om de werktemperatuur zo laag mogelijk te houden, is de zaag
uitgerust met een koelsysteem.
Het koelsysteem bestaat uit:
1. Luchtinlaat in de starter.
2. Luchtgeleidingsrail
3. Ventilatorschoepen op
het vliegwiel.
4. Koelflenzen op de
cilinder.
5. Cilinderkap (leidt de
koellucht naar de
cilinder).
Maak het koelsysteem één keer per week schoon met een borstel. Dit
moet vaker gebeuren wanneer u in moeilijke omstandigheden werkt.
Een vuil of verstopt koelsysteem leidt tot oververhitting van de
zaag waardoor de cilinder en zuiger beschadigd kunnen worden.
N.B.! Het koelsysteem van een katalysatorzaag moet dagelijks
schoongemaakt worden. Dit is vooral erg belangrijk op een
katalysatorzaag die vanwege de hogere uitlaatgastemperatuur
een erg goede koeling van de motor en de katalysatoreenheid
vereist.
Centrifugaal reinigen "Air Injection"
Centrifugaal reinigen houdt het
volgende in:
Alle lucht naar de carburateur
gaat door de starter. Vuil en
stof worden weggeblazen door
de koelventilator.
BELANGRIJK! Om de werking
van de centrifugaalreiniging
niet in gevaar te brengen, moet
hij goed onderhouden worden.
• Maak de luchtinlaat van de
starter, de
ventilatorschoepen van het
vliegwiel, de ruimte rond het
vliegwiel, de inlaatpijp en de
carburateurruimte schoon.
32
– Nederlands
ONDERHOUD
+
–
1
2
3
Zaagblad 15" -18": Positie 2
5
4
3
2
1
Elektrisch verwarmde handvatten
(346XPG, 351G)
Op de modellen 346XPG en
351G zijn zowel het voorste als
het achterste handvat voorzien
van elektrische
verwarmingscircuits. Deze
worden van stroom voorzien
door een in het elektronisch
systeem ingebouwde generator.
Wanneer de schakelaar naar
boven wordt geduwd, gaat de
verwarming aan. Wanneer de
schakelaar naar beneden wordt
geduwd, gaat de verwarming uit.
Gebruik in de winter
Bij gebruik in kou en in sneeuw kunnen bedrijfsproblemen
ontstaan, veroorzaakt door:
• Een te lage motortemperatuur.
• IJsvorming op het luchtfilter en bevriezing in de carburateur.
Men dient daarom vaak speciale maatregelen te treffen, zoals:
• Het gedeeltelijk verminderen van de luchtinlaat van de starter
en zo de werktemperatuur van de motor verhogen.
• De inlaatlucht naar de carburateur verwarmen door de
warmte van de cilinder te benutten.
Temperaturen van 0°C of
lager:
Het cilinderdeksel is voorbereid
om aangepast te kunnen
worden voor gebruik bij koude.
Draai aan de winterklep zodat
de in de cilinder verwarmde
lucht de carburateur in kan en
zo voorkomt dat bijv. het
luchtfilter dicht vriest.
Voor gebruik bij temperaturen
lager dan -5°C en/of in de
sneeuw zijn ook verkrijgbaar:
• een speciaal deksel (A) voor
het starterhuis
• een winterplug (B) voor het
luchtmondstuk die volgens
de tekening worden
gemonteerd.
Deze verminderen de koude
lucht en voorkomen dat er grote
hoeveelheden sneeuw de
carburateurruimte ingezogen
worden. N.B.! Wanneer de
winterplug is gemonteerd moet
de winterklep open zijn!
BELANGRIJK! Bij temperaturen hoger dan -5°C of 0°C MOET
de zaag weer naar standaard uitvoering teruggebracht worden.
Anders bestaat het gevaar van oververhitting, waardoor de
motor ernstig beschadigd kan worden.
BELANGRIJK! Al het overige onderhoud dat niet in dit
handboek wordt genoemd moet uitgevoerd worden door de
erkende vakhandel (dealer).