DE PRINTERFUNCTIE GEBRUIKEN
De procedure voor het plaatsen van printpapier is hetzelfde als voor het laden van
kopieerpapier. Zie "PAPIER BIJVULLEN" (p.14).
Opmerkingen
BASISPROCEDURE VOOR PRINTEN
Hieronder volgt een uitleg van de basisprocedure voor printen. Raadpleeg het
"Online handboek" of de printer driver helpbestanden om de aangepaste
printerfuncties te gebruiken.
1
Verzeker u ervan dat er papier aanwezig is in de papierlade.
De procedure voor het plaatsen van printpapier is hetzelfde als voor het
laden van kopieerpapier. Raadpleeg "PAPIER BIJVULLEN" (p.14) en zorg
ervoor dat het gewenste papierformaat is geladen.
Opmerkingen
2
Open het bestand dat u wilt afdrukken en selecteer
"Afdrukken" uit het menu Bestand.
3
Verzeker u ervan dat de printer driver voor de kopieermachine is
geselecteerd en selecteer de printer-instellingen in de printer driver.
Raadpleeg het "Online handboek" of de printer driver helpbestanden voor
meer informatie over de instellingen in de printer driver.
4
Klik op de "Print"-knop of de "OK"-knop om het afdrukken te starten.
De printopdracht komt terecht in de kopie-uitvoerlade.
Een printopdracht annuleren
1
Selecteer de printermodus met de [MODUSSELECTIE] toets op
het bedieningspaneel en druk vervolgens op de [WIS]-toets
(
2
"PRINTOPDRACHT ANNULEREN? " verschijnt in de display.
Zorg ervoor dat u een vinkje plaatst voor de "JA" en druk op de
[OK] toets.
Opmerkingen
39
• Afdrukopdrachten die worden ontvangen terwijl de machine bezig is met
kopiëren, worden opgeslagen in het geheugen. De afdrukopdrachten
zullen worden uitgevoerd nadat kopieeropdracht is beeïndigd.
• Printer is niet mogelijk wanneer de voor-of zij klep is geopend voor
machineonderhoud, er een papierstoring plaatsvindt of wanneer de
papierladen of tonercartridges leeg zijn.
Zorg ervoor dat de papierformaatinstelling in de kopieermachine
overeenkomt met het papierformaat in de printer driver.
) of de [WIS ALLES]-toets (
Raadpleeg "BEDIENING VAN KOPIEER-, PRINTER- EN
SCANNERFUNCTIES" (p.41) voor de beperkingen met betrekking tot
het kopiëren met de printerfunctie, scannerfunctie en de beperkingen
voor de printerfunctie in de kopieer-en scanfunctie.
).