6.3
Ventilatie en luchtafvoer
Een perfecte installatie is van vitaal belang voor een goede werking, omdat om
fysieke redenen warmte wordt gegenereerd aan de achterkant van de koelkast. Deze
warmte moet naar de open lucht kunnen ontsnappen.
Ook bij een hoge omgevingstemperatuur kan de koeleenheid alleen goed
werken bij voldoende ventilatie en afvoer.
R500
H
L500
Installatie met dakventilatie (R500)
en ventilatierooster onderaan (L500).
Minimumhoogte ventilatie ( mm) H
A.
Dakventilator R500
onderste ventilatieroo-
ster L500
1250
De ventilatie voor de koelkast wordt verzorgd door twee openingen in de caravanwand.
Onderaan komt frisse lucht binnen, die wordt verwarmd en door het bovenste
ventilatierooster wordt afgevoerd (schoorsteeneffect).
Het bovenste ventilatierooster moet zo hoog mogelijk boven de condensor (A)
worden aangebracht.
Het onderste ventilatierooster moet gelijk zijn met de vloer van het voertuig, zodat
lekkend gas (dat zwaarder is dan lucht) direct naar de buitenlucht kan wegstromen.
Als dit niet mogelijk is, moet door de fabrikant van het voertuig een ventilatieopening in
de bodem van de nis gemaakt worden, zodat eventueel lekkend onverbrand gas niet op
de bodem blijft liggen (conform EN 1949).
De ventilatieroosters moeten een vrij oppervlak van minstens 400 cm² hebben.
Dit wordt bereikt met het Dometic Absorber ventilatie- en luchtafvoersysteem
L500 dat voor dit doel is getest en toegelaten.
Dometic ventilatiesystemen bestaan uit een inbouwframe, een ventilatierooster en een
afdekking voor de winter.
De correcte plaatsing van het onderste ventilatierooster vergemakkelijkt de
toegang tot elektro- en gasaansluitingen bij onderhoudswerkzaamheden.
Afdichtlip
A
10-20mm
Afdichtlip
Fig.1
☺ ☺ ☺ ☺ ☺ ☺
B.
bovenste ventilatieroo-
ster en onderste venti-
latierooster L500
1400
21
L500
H
L500
Installatie met een ventilatierooster
bovenaan en onderaan (L500)
☺ ☺ ☺ ☺
C.
bovenste ventilatierooster L500
onderste ventilatierooster L205
(zonder vliegengaas)
1400
Afdichtlip
A
10-20mm
Afdichtlip
Fig.2
☺ ☺