Inhoudsopgave
Advertenties
ES 2050/51
De besturingen ES 2050 (opbouw) en ES 2051 (inbouw) worden voor de automatische
bewaking en regeneratie van enkelvoudige en duplo onthardingsinstallaties toegepast.
Terwijl bij een enkelvoudige installatie het filter of in bedrijf staat en behandeld water
levert of regenereert, kan bij een duplo installatie tussen wisselschakeling (telkens één
filter in bedrijf en de andere regenereert of staat als reserve) en parallelschakeling
(beide filters zijn - buiten een regeneratie - in bedrijf) gekozen worden.
De regeneratie van een filter wordt met behulp van een centraalventiel of door
individuele ventielen samen met een pilot doorlopen.
Gestart wordt ze meestal na een bepaalde doorgestroomde hoeveelheid, die op basis
van de geprogrammeerde filtercapaciteit en de inkomende hardheid berekend en met
behulp van een watermeter gemeten wordt.
Een regeneratie kan ook na vaste tijdsintervallen, door een externe schakelaar (b.v.
hardheidskontrole-apparatuur) of op basis van de interne klok of door een drukknop
gestart worden. Door weergave in een tijdvenster wordt aangegeven, wanneer een
regeneratie gedurende de dag niet mag plaats vinden.
Een extern schakelkontakt (ingang "wachten") kan worden gebruikt om:
a) een regeneratie te verhinderen of te stoppen.
b) het bedrijfsventiel te openen of te sluiten.
Voor de bewaking van het regeneratiemiddel staat een afzonderlijke kontaktingang ter
beschikking.
Ter vermijding van kiemvorming door lange standtijden, kan bij duplo installaties het in
reserve staande filter eerst direkt voor de inbedrijfname geregenereerd worden.
Een minimale tijdsafstand tussen twee regeneraties voorkomt een voortdurend plaats
vinden van de regeneratie.
Vijf potentiaal vrije relaisuitgangen nemen aanvullende schakelfunkties over voor
afsluiters, pompen, lampen, centrale bewaking etc.
1. Uitgang aanvullend programma:
a) Programeerbaar schakelkontakt voor, tijdens en na de regeneratie.
b) Starten van een spoelproces na een bepaalde doorgestroomde
hoeveelheid water.
c) Aansturen van transportpomp tijdens regeneratien tijdens een afname.
2. Uitgang regeneratieverloop:
schakelkontakt gedurende het regeneratieverloop.
3. Uitgang afname:
a) programmeerbaar schakelkontakt bij waterafname.
b) chemicaliën bijvullen voor de regeneratie.
4. Uitgang melding:
programmeerbaar meldkontakt.
5. Uitgang storing:
programmeerbaar storingskontakt.
Na een Programeerbare afnamehoeveelheid kan de melding "Onderhoud" volgen.
Funktiebeschrijving
Funktiebeschrijving
1
Advertenties
Inhoudsopgave
