ES 2050/51
Bijzondre funkties
17
Snelloop
Druk gelijktijdig op de toets "REGENERATIESTART" met het symbool
en de toets "INFORMATIE" met
het symbool
.
Na 2 seconden schakelt de interne impulsgever voor het verloop van het programma op
secondenimpulsen om. De ingeschakelde snelloop geldt slechts voor de aktuele
regeneratiefase. Voor de volgende fase geldt weer het normale tijdsverloop.
ATTENTIE! Wanneer U met behulp van de snelloop de verschillende regeneratiefasen
wilt doorlopen, wacht dan na elke fase tot drie minuten, alvorens de snelloop voor de
volgende fase in te schakelen. Daarmee stelt U de synchronisatie tussen de besturing
en het regeneratieventiel zeker.
Let er op, dat na het aanzuigen van een regeneratiemiddel een spoeling voor de
inbedrijfname moet plaats vinden.
Spuien AAN/UIT
Druk gelijktijdig op de toets "Reset" met het symbool
en de toets "Enter".
Na 2 sec. wordt de spuil-intervall gestart. Loopt reeds het spuiprogramma, dan kan met
deze toetsen-combinatie het spuien voortijdig gestopt worden.
Regeneratie zonder teller-reset
Voor onderhoudsdoeleinden is het soms noodzakelijk het regeneratieprogramma te
kontroleren, zonder dat de waarden van de watermetertellers worden gereset en zonder
dat de filtercapaciteit opnieuw berekend wordt.
Druk gelijktijdig de toets "Hardheid" met het symbol
en de toets "ONTGRENDELEN"
met het symbol
in.
Na 2 seconden wordt bij enkelvoudige installaties het in bedrijf zijnde filter geregenereed
zonder reset van de teller en zonder herberekening van de filtercapaciteit.
Bij duplo installaties wordt het in reserve staande filter geregenereerd. Moet het in bedrijf
zijnde filter worden geregenereed, dan moet eerst een filteromschakeling zonder
regeneratiestart plaats vinden.
Na een regeneratiestart kunt U de byzondere funkties "Direkte stop" en "Snelloop"
gebruiken.
Denk er aan, dat na het opzuigen van regenereermiddelen een uitspoelen voor het
inbedrijfnemen moet plaats vinden.