ES 2050/51
16. Relaisuitgangen storing en melding
Gedurende het bedrijf en gedurende de regeneratie van de installatie worden
verschillende signalen gegeven, die naar keuze de relaisuitgangen storing en/of melding
schakelen kunnen. Een uitvoerige beschrijving van de signalen volgt in het hoofdstuk
Storingen / Meldingen.
In stap 5, stap 10 en in stap 18 kunnen de relaisuitgangen ook met signalen
aangestuurd worden. Wordt een relaisuitgang met meer dan een signaal bezet, dan
fungeert het relais als verzamelstoring/verzamelmelding.
Periodecapaciteit overschreden
Stap nr:
Cap. Overschr. J/N
Stap nr:
BV geopend
Stap nr:
Storing
Stap nr:
Melding
Stroomuitval
Stap nr:
Stroomuitval
Stap nr:
Storing
Stap nr:
Melding
Relaisuitgangen storing en melding
De weergave van 16.1 - 16.4 vinden
16.1
alleen bij een duplo installatie plaats.
In de stap 16.2 wordt vastgelegd, of het
16.2
bedrijfsventiel van het in bedrijf zijnde
J/N
filter gesloten wordt, zodra de
16.3
displaytekst "Cap. overschreden"
J/N
verschijnt.
16.4
J/N
16.5
Treden regelmatige stroomuitvallen op
J/N
(b.v. bij het regelmatig inschakelen van
een noodstroomagregaat), dan moet het
aktiveren van het storings- en
16.6
meldingsrelais worden afgezien.
J/N
Wordt deze programmastap in de
16.7
volgorde JA, NEE, NEE beantwoord,
J/N
dan wordt slechts in de LCD-display de
stroomuitval aangegeven. Dit moet bij
de volgende gelegenheid door het
indrukken van de toets
"ONTGRENDELEN" uitgeschakeld
worden.
35