NL/BE
10.1.1 Waakvlam
Aansteken
1. Druk bedieningsknop A in en draai deze van positie
vlam). U hoort dan een tik en een vonk springt over.Houd de knop enige tijd ingedrukt
zodat lucht uit de leiding kan ontsnappen.
2. Draai de knop terug naar de startpositie
handeling totdat de waakvlam ontsteekt.
3. Houd de knop na ontsteken ongeveer 10 seconden ingedrukt.
4. Laat de knop los en controleer of de waakvlam blijft branden.
5. Draai de knop door tot stand
Uitschakelen
1. Draai knop A naar stand
2. Uitgaan van de waakvlam
3. Waarschuwing! Indien, door welke oorzaak dan ook, de waakvlam dooft minimaal 5
minuten wachten alvorens de waakvlam opnieuw te ontsteken.
Mogelijke oorzaken van het doven van de waakvlam zijn:
•
Bedieningsfout;
•
Ingrijpen van de beveiliging, veroorzaakt door een defect in het aan-/afvoersysteem;
•
Defect in het waakvlamsysteem.
Neem contact op met uw installateur indien de haard geregeld uitschakelt.
10.1.2 Hoofd brander
Aansteken
1. Ontsteek de waakvlam en draai bedieningsknop A op stand
2. Stel nu met bedieningsknop B de hoogte van de vlammen in tussen de waakvlamstand
en volstand
Uitschakelen
1. Door bedieningsknop B op stand
2. Door bedieningsknop A ook op stand
uitgeschakeld.
40
<
<
<
<
(grote vlam) (zie fig. 25).
(zie fig. 25).
te draaien gaat de hoofdbrander uit.
, linksom naar positie
. Herhaal enige keren bovenstaande
te draaien gaat de waakvlam uit en is de haard
(kleine
(grote vlam).