1 Veiligheidsaanwijzingen voor installateur • Zorg voor voldoende ventilatie van de haard tijdens het voor de eerste keer ingebruikstellen van de haard. Stook de gaskachel enige uren op de hoogste stand zodat de lak de kans krijgt om uit te harden en eventuele vrijkomende dampen veilig worden afgevoerd.
2 Installatie eisen Let op: Doordat een haard een warmtebron is, ontstaat luchtcirculatie. Door natuurlijke luchtcirculatie worden vocht en nog niet uitgeharde vluchtige bestanddelen uit verf, bouwmaterialen en vloerbedekking e.d. aangezogen. Deze bestanddelen kunnen zich op koude oppervlakten als roet afzetten. Stook daarom de haard niet kort na een verbouwing. Eisen afvoerkanaal •...
Bestaand schoorsteenkanaal voldoende wegbreken (±30 cm boven de haard)zodat de aan- en afvoer kan worden aangesloten • De aansluiting dient te worden gemaakt met een door Faber leverbare schoorsteenaansluitset. Zie voor meer informatie de bij de schoorsteenset meeverpakte handleiding .
3 Installatie-instructies Voorbereiden gasaansluiting Zorg voor een gasaansluiting van Ø15mm direct vanaf de gasmeter naar het toestel, met in de nabijheid van het toestel een (CE goedgekeurde) afsluitkraan G 1/2", welke altijd bereikbaar is. Controleer de installatie altijd op gasdichtheid De gasaansluiting bevindt zich onder de haard: ISO 7-1 3/8”...
minstens 50 mm aan tussen de buitenkant van de concentrische pijpen en de wand of plafond. Zorg eveneens bij doorvoer door de wand of plafond voor bescherming door voldoende brandwerend materiaal te gebruiken • Door uitzetting en afkoeling kunnen de concentrische pijpen los raken. Het verdient aanbeveling om, op plaatsen die na installatie onbereikbaar zijn, de klemband vast te zetten met een parker •...
4 Afleveringscontrole Voer voor de afleveringscontrole de volgende testen uit: • Controle werking waakvlam • Controle werking hoofdbrander • Controle rookgasafvoer • Controle voordruk en branderdruk 4.1.1 Controle werking waakvlam • Ontsteek de haard zoals beschreven in de gebruikershandleiding • Controleer of de waakvlam blijft branden •...
4.1.4 Controle van voordruk en branderdruk Het toestel is ingesteld op de juiste branderdruk. Instelling van de branderdruk is niet noodzakelijk. Omdat de voordruk in de huisinstallatie niet altijd correct is, is het verstandig om de voordruk na installatie en bij reparatie te controleren. Meten voordruk: •...
5 Eindcontrole en instructie klant • Instrueer de klant over de werking van het toestel en de afstandsbediening, inclusief het vervangen van de batterijen en het inregelen van de ontvanger. • Geef advies en instructie over onderhoud en reiniging van het glas. Benadruk het gevaar van inbranden van vingerafdrukken.
6.2.1 Schoonmaken verbrandingskamer Voor reiniging eerst de haard laten afkoelen. Daarna voorzichtig de houtset verwijderen. U kunt de verbrandingskamer met een stofzuiger reinigen. 6.2.2 Demonteren van de brander • Ontkoppel de gastoevoer • Verwijder het glas en de houtset • Neem de brander uit de verbrandingskamer •...