Aanpassing van helderheid en kleur in foto's
De belichting aanpassen (helderheid)
Afhankelijk van de hoeveelheid licht kunnen de foto's lichter
of donkerder worden. In zo'n geval kan de belichting worden
aangepast door de hoeveelheid licht die de sensor bereikt te
regelen.
Gebruik -
0
1
Controleer in de opnamemodus of het
onderwerp goed is scherpgesteld
2
Draai aan het instelwiel terwijl u de knop
[ ] ingedrukt houdt om de gewenste
belichtingsaanpassing in te stellen.
• De aanpassingswaarde voor de belichting
is in de zoeker en op het scherm zichtbaar.
3
Druk op [Sluiter] om een foto te maken.
Gebruik +
• Wanneer u de standaardbelichting gebruikt
die automatisch door de camera wordt
ingesteld, kan de foto soms te donker of
te licht uitvallen. Dit is afhankelijk van de
gefotografeerde scène. In zo'n geval kunt u
de belichting bijstellen met een waarde die
bij de omstandigheden past.
• Soms is het lastig om te beoordelen
wat de juiste belichtingsinstellingen zijn.
In zo'n geval kunt u AE BKT instellen
(een reeks opnamen met verschillende
belichting). Hiermee worden
achtereenvolgens 3 foto's gemaakt: een
met de normale belichting, één een stop
donkerder en één een stop lichter
(pag. 73).
• De belichtingswaarschuwing wordt rood
weergegeven voor elk onderdeel buiten
het bereik van '±3'.
-
3
2
3
2
Minder belichting
Belichtingswaarschuwing
(donkerder)
Markering
standaardbelichting
+
1
0
1
2
3
Indicatie
belichtingsniveau
Meer belichting
(helderder)
59