6.2 Raadgevingen en aanwijzingen
Om optimaal gebruik te kunnen maken van alle mogelijkheden die de vaatwasmachine
geeft, dienen de volgende raadgevingen en aanwijzingen zorgvuldig te worden gelezen
en opgevolgd.
6.2.1 Reiniging en onderhoud
Om de lange levensduur van het apparaat te garanderen, dienen de vereiste
reinigingswerkzaamheden te worden uitgevoerd.
o Aan het eind van de werkdag het apparaat reinigen van etensresten.
o Voor het reinigen geen schuurmiddelen, bijtende middelen of middelen die loog,
oplosmiddelen bevatten of middelen op basis van chloor of benzinederivaten.
o Het apparaat niet reinigen met behulp van een waterstroom onder druk.
o Uitsluitend keukengerei, glazen of pannen en koekenpannen etc. wassen.
o De spoelarmen/glansspoelarmen iedere dag controleren met het oog op het juiste
bewegen ervan.
o Voor het beginnen met het wasproces altijd het niveau van het zout, glansmiddel
en wasmiddel controleren.
Twee keer per jaar dient een service de volgende controles uit te voeren:
Reiniging van waterfilters;
-
Ontkalking van verwarmingsresistoren;
-
Controle van de pakkingen;
-
Controle van de staat van alle andere elementen;
-
Instelling van de doseerinrichtingen;
-
Controle van de druk van de doseerinrichtingen;
-
Controle van de elektrische kabel. Om gevaar te voorkomen, kan een beschadigde
-
kabel uitsluitend worden vervangen door een gekwalificeerde elektricien die alle
veiligheidsvoorwaarden in acht neemt.
Ontkalking
In de spoelruimte een geschikte hoeveelheid ontkalkingsmiddel plaatsen (op 25 liter water)
en 1-2 wascycli uitvoeren.
Het apparaat legen (Hoofdstuk 6.1.7).
Opnieuw de spoelruimte vullen en vervolgens 2-3 cycli uitvoeren zonder keukengerei.
Zodat er geen enkele restjes van het ontkalkingsmiddel achterblijven.
6.2.2 Verzachter en afwasmiddel
Alleen speciale afwasmiddelen gebruiken voor het wassen in een vaatwasmachine voor
industrieel gebruik. Geen schuimende afwasmiddelen gebruiken. In geen geval
afwasmiddelen gebruiken bestemd voor huishoudelijk gebruik.
- 177 -