5. Gebruik
29
n Maximum temperatuur van de collector - CMAX
De maximumtemperatuur van de collector CMAX dient om deze
I
tegen oververhitting te beschermen.
Wanneer de richttemperatuur van het warmwatertoestel (SX) bereikt
is, schakelt de zonnepomp uit. Zodra de zonnecollector de
maximumtemperatuur CMAX bereikt, wordt de zonnepomp
ingeschakeld, totdat de temperatuur van de zonnecollector opnieuw
5 K lager is dan de maximumtemperatuur van de collector CMAX. De
M002764-A
temperatuur van het warmwatertoestel kan oplopen tot de
maximumtemperatuur van 80°C. Als de temperatuur van het
warmwatertoestel 80°C overschrijdt, gaat het systeem over op de
noodstop.
n Minimumtemperatuur van de collector - CMIN
De functie minimumtemperatuur van de collector CMIN zorgt dat de
I
zonnepomp niet te vaak inschakelt in geval van een lage temperatuur
van de zonnecollector. De minimumtemperatuur van de collector
CMIN moet overschreden worden, voordat de circulatiepomp
inschakelt.
M002765-A
n Antivries-optie voor de collectoren - OAC
OPGELET
De antivriesfunctie mag alleen gebruikt worden als er
water zonder glycol als warmtegeleidende vloeistof
gebruikt wordt.
De antivriesfunctie van de collector neemt de warmte van
I
het warmwatertoestel over; het is dan ook aan te raden
deze alleen te gebruiken in regio's waar de temperatuur
zelden onder 0°C is.
Wanneer de temperatuur van de collector lager is dan de temperatuur
TAON, activeert de antivriesfunctie de zonnepomp, zodat de
M002766-A
warmtegeleidende vloeistof kan circuleren tussen de collector en het
I
warmwatertoestel, om bevriezing te voorkomen. Wanneer de
temperatuur van de collector boven de temperatuur TAOF komt,
schakelt de antivriesfunctie de zonnepomp uit.
OPGELET
M002800-A
De antivriesfunctie van de collector werkt uitsluitend als
de temperatuur van het warmwatertoestel hoger is dan de
I
temperatuur van de collector. De antivriesfunctie van de
collector wordt uitgeschakeld als de temperatuur van het
warmwatertoestel lager is dan 5°C.
M002801-A
SOL AEL
20/05/2015 - 300028516-001-03