Om het programma algemeen geldend en gemakkelijk wijzigbaar te houden, worden nu nog slechts drie
variabelen gedefinieerd:
Aantal LED's
z
Herhalingen
w
Tijd
t
De als variabelen gedefinieerde waarden zijn alleen op deze plaats vast in het programma ingebouwd en
kunnen zo gemakkelijk worden gewijzigd. Na deze definities start het eigenlijke programma.
print ("Keuze uit lichteffecten"); print ("1 – Looplicht cyclisch")
print ("2 – Looplicht heen en terug"); print ("3 – op- en neergaand")
print ("4 – allen knipperen gelijktijdig"); print ("5 – allen knipperen willekeurig")
print ("Strg+C beëindigt het programma")
Deze regels geven voor de gebruiker een handleiding op het beeldscherm, met welke cijfertoets welk patroon
wordt weergegeven.
Afb. 5.3: Het programma op het beeldscherm.
Nadat de keuze is aangegeven, start de hoofdlus van het programma. Hiervoor gebruiken wij tevens hier een
-gesloten lus, die in een
while True:
e = raw_input ("Kies een voorbeeld a.u.b.: ")
programma op een gebruikersinvoer, die in de variabelen
neemt de invoer in normale tekst over zonder ze te beoordelen. Im tegenstelling hierop, worden met
ingevoerde wiskundige handelingen of namen van variabelen direct beoordeeld. In de meeste
input()
Het aantal LED's wordt met behulp van de functie
overgenomen
LED
Elk patroon wordt, opdat men het beter herkent, standaard vijf keer herhaald.
Dit aantal kan willekeurig worden gewijzigd en geldt dan voor alle patronen.
Deze variabele geeft weer, hoe lang een LED tijdens het knipperen is
ingeschakeld. De hierop volgende pauze duurt overeenkomstig lang. De naam
is voor variabelen, die tijdstippen in programma's opslaan, in bijna alle
programmeertalen ingeburgerd.
aanwijzing is ingebed.
try...except
Direct aan het begin van de lus wacht het
wordt opgeslagen. De functie
e
automatisch uit de lijst
len()
raw_input()
t
49