6.3 Installatiefundering
6.3.1 Basisstructuur
Bij het ontwerp van de basisconstructie van de buitenunit moet
rekening worden gehouden met de volgende overwegingen:
1) Een stevige basis voorkomt overmatige trillingen en geluids-
hinder. De onderkant van de buitenunit moet worden aange-
bracht op een stevige ondergrond of op structuren die sterk
genoeg zijn om het gewicht van de unit te dragen.
2) De sokkels moeten minstens 200 mm hoog zijn om voldoen-
de toegang te bieden voor het installeren van de leidingen. Er
moet ook rekening worden gehouden met sneeuwbescherming
voor de basishoogte.
3) Zowel stalen als betonnen sokkels kunnen geschikt zijn.
4) Een typisch ontwerp van de betonnen sokkel wordt getoond
in Afb. 6-5. Een typische betonspecificatie is 1 deel cement, 2
delen zand en 4 delen steenslag met wapeningsstaal. De ran-
den van de ondergrond moeten afgeschuind worden.
5) Om ervoor te zorgen dat alle contactpunten even veilig zijn,
moet de ondergrond volledig vlak zijn. Het basisontwerp moet
ervoor zorgen dat de punten op de voetstukken van de unit,
die ontworpen zijn voor een dragende ondersteuning, volledig
worden ondersteund.
Rubberen trillingsdempers
Buitenunit
Vaste grond / oppervlak
Afb. 6-5 Vooraanzicht van de basisstructuur
6.3.2 Assemblagetekening voor de installatie-
fundering van de unit: (Eenheid: mm)
1) Als de unit zo hoog staat dat het voor onderhoudspersoneel
lastig is om onderhoud uit te voeren, kan de geschikte steiger
rond het apparaat worden geplaatst.
2) De steiger moet het gewicht van het onderhoudspersoneel
en de onderhoudsfaciliteiten kunnen dragen.
3) Het onderste frame van de unit mag niet in het beton van de
installatiefundering worden ingebed.
4) Er moet een afvoergoot worden voorzien voor afvoer van
het condensaat dat zich op de warmtewisselaars kan vormen
wanneer de units in de verwarmingsmodus draaien. De afvoer
moet ervoor zorgen dat het condensaat verwijderd van wegen
en voetpaden wordt afgevoerd, vooral op plaatsen waar het
klimaat zodanig is dat het condensaat kan bevriezen.
Zijde van de
inlaat- en uit-
laatleiding
Afvoerkanaal
Ankerbout
Afb. 6-6 Bovenaanzicht van het schema van de installatieaf-
metingen van KEM-75 DRS5 KH
Zijde van de
inlaat- en uit-
laatleiding
Afvoerkanaal
Afb. 6-7 Bovenaanzicht van het schema van de installatieafme-
tingen van KEM-90 DRS5 KH&MC-SU140M - RN8L-B
Zijde van de
inlaat- en
uitlaatleiding
Afvoerkanaal
Betonnen
ondergrond
h ≥ 200 mm
Afb. 6-8 Bovenaanzicht van het schema van de installatieaf-
metingen van KEM-180 DRS5 KH
200mm
6.4 Installatie van dempingssystemen
6.4.1 Tussen de unit en de fundering daarvan
moeten dempingssystemen worden aange-
bracht
Door middel van de montagegaten met een diameter van
Φ15mm op het stalen frame van de onderkant van de unit kan
het apparaat betrouwbaar op de fundering worden bevestigd
met een veerdemper. Zie afb. 6-6, 6-7 (Schematische weergave
van de installatieafmetingen van de unit) voor details over de
hartafstand van de installatiegaten. De demper wordt niet met
de unit meegeleverd en moet door de gebruiker worden geko-
zen in overeenstemming met de relevante vereisten. Wanneer
het apparaat op een hoog dak of een trillingsgevoelige plaats
wordt geïnstalleerd, dient u de relevante personen te raadple-
gen alvorens de demper te selecteren.
6.4.2 Stappen voor de installatie van de demper
Stap 1. Zorg ervoor dat de vlakheid van de betonnen fundering
binnen ±3mm ligt en plaats de unit vervolgens op het dempkus-
sen.
Stap 2. Til de unit op tot de hoogte die geschikt is voor de instal-
latie van het dempingssysteem.
(Eenheid: mm)
Stap 3. Verwijder de klemmoeren van de demper. Plaats de unit
op de demper en lijn de bevestigingsgaten van de demper uit
met de bevestigingsgaten aan de onderkant van de unit.
Zijde van
Stap 4. Breng de klemmoeren van de demper weer aan in de
de elektri-
bevestigingsgaten aan de onderkant van de unit en draai ze
sche scha-
vast in de demper.
kelkast
Stap 5. Stel de hoogte van de onderkant van de demper in en
schroef de stelbouten vast. Draai de bouten met één draai vast
om een gelijke hoogteverstelling van de demper te garanderen.
Stap 6. De klembouten kunnen worden aangedraaid nadat de
juiste hoogte is bereikt.
09
(Eenheid: mm)
Zijde van
de elektri-
sche scha-
kelkast
Ankerbout
(Eenheid: mm)
Zijde van de
elektrische
schakelkast
Ankerbout