Met de pijltjestoetsen (naar boven/
beneden) kunt u het eerste cijfer van
het telefoonnummer ingeven.
Pijltjestoets (rechts) gaat u naar de
volgende invoegpositie en kunt u het
volgende karakter ingeven.
Met de pijltjestoets (links), verplaatst
u de cursor een positie terug, om
bijv. een karakter te overschrijven.
Voor het tussenvoegen van een
karakter, dient u de toets Tweede
functie en aansluitend de pijltjes-
toetsen (naar beneden) in te
drukken.
Voor het wissen van een karakter,
dient u de cursor daarheen te
veprlaatsen en de regeltoets naast
het pictogram Wissen in te drukken.
Voor het wissen van het gehele
2s
telefoonnummer, dient u de regel-
toets naast het pictogram Wissen
gedurende 2 seconden in te drukken.
Voor het beëindigen van de invoer,
dient u de stop-toets meerdere keren
in te drukken.
Bij telefooncentrales wordt automatisch voor elk telefoonnummer het buiten-
lijnnummer van de telefooncentrale gekozen (zie pagina 84 "Instellingen, Tele-
fooncentrales / Buitenlijnnummer"). Om deze te onderdrukken dient u vóór in-
terne telefoonnummers een " i " in te geven.
Telefoonboek
In het display verschijnen de cijfers en
speciale karakters. Deze speciale
karakters betekenen:
~ = Wachten op kiestoon / 3 sec. pauze
i
= Intern (voor telefooncentrales)
F = Flash (voor telefooncentrales)
H = Hookflash-functie (voor
telefooncentrales)
De cursor verplaatst zich naar de volgende
positie.
De cursor verplaatst zich naar links.
Links naast het karakter wordt een spatie
geplaatst en kunt u een karakter invoegen.
Het karakter onder de cursor wordt gewist.
De hele invoer wordt gewist.
De invoer wordt opgeslagen. Het display
keert terug in de ruststand.
32