8.9. Lokale instellingen
De configuratie van de binnenunit door de installateur dient te zijn
afgestemd op de omgeving van de installatie (klimaat, geïnstalleerde
opties, enz.) en de noden van de gebruiker. Daartoe zijn er enkele
zogenaamde lokale instellingen beschikbaar. Deze lokale instellingen
kunnen
worden
opgeroepen
gebruikersinterface op de binnenunit.
Aan elke lokale instelling is een getal of code van 3 cijfers toegekend,
bijv. [1-03],
die
is
weergegeven
gebruikersinterface. Het eerste cijfer [1] geeft de 'eerste code' of
groep lokale instellingen weer. Het tweede en derde cijfer [03] samen
geven de 'tweede code' aan.
Een lijst van alle lokale instellingen en standaardwaarden vindt
u onder
"8.10. Tabel lokale instellingen" op pagina
hebben we 2 kolommen voorzien voor de datum en de waarden van
de
gewijzigde
lokale
instellingen
standaardwaarden.
Een gedetailleerde beschrijving van elke lokale instelling vindt
u onder
"Gedetailleerde beschrijving" op pagina
Werkwijze
Ga als volgt te werk om één of meer lokale instellingen te wijzigen.
3
2
1
Houd de
-knop minstens 5 seconden ingedrukt om naar de
LOKALE INSTELSTAND te gaan.
Het symbool
(3) verschijnt op het display. De huidige
geselecteerde lokale instelcode wordt weergegeven
met rechts ervan de ingestelde waarde
2
Druk op de
-knop om de eerste code van de gepaste
lokale instelling te selecteren.
3
Druk op de
-knop om de tweede code van de gepaste
lokale instelling te selecteren.
4
Druk op de
ingestelde waarde van de geselecteerde lokale instelling te
wijzigen.
5
Sla de nieuwe waarde op door op de
6
Herhaal stap 2 tot en met 4 om andere lokale instellingen te
wijzigen wanneer nodig.
7
Wanneer u klaar bent, drukt u op de
INSTELSTAND te verlaten.
LET OP
Wijzigingen in een specifieke lokale instelling worden pas
opgeslagen wanneer op de
te navigeren naar een nieuwe lokale instelcode of door te
drukken op de
-knop wordt de aangebrachte wijziging
ongedaan gemaakt.
EKHBX016BB3V3S
Binnenunit voor lucht-water-warmtepompsysteem
4PW625798-3A – 05.2011
en
geprogrammeerd
op
het
display
39. In dezelfde lijst
die
verschillen
van
26.
(1).
-knop en
-knop om de
-knop te drukken.
-knop om de LOKALE
-knop wordt gedrukt. Door
INFORMATIE
■
Voordat de unit de fabriek heeft verlaten, zijn de
instelwaarden ingesteld zoals aangegeven onder
"8.10. Tabel lokale instellingen" op pagina
■
Bij het verlaten van de LOKALE INSTELSTAND is het
via
de
mogelijk dat "88" verschijnt op het lcd-scherm van de
gebruikersinterface terwijl deze wordt geïnitialiseerd.
van
de
Gedetailleerde beschrijving
[0] Toegangsniveau van de gebruiker
Indien nodig kunnen sommige knoppen van de gebruikersinterface
voor de gebruiker geblokkeerd worden.
Er zijn drie beschikbare toegangsniveaus (zie onderstaande tabel).
Schakelen tussen niveau 1 en niveau 2/3 doet u door gelijktijdig op
de
de
- en
door gelijktijdig op de
4 knoppen gedurende minstens 5 seconden ingedrukt te houden (in
de normale stand). Er verschijnt geen aanduiding op de
gebruikersinterface. Wanneer niveau 2/3 is geselecteerd, wordt het
actuele toegangsniveau – ofwel niveau 2 ofwel niveau 3 – bepaald
door lokale instelling [0-00].
Knop
Knop geluidsarme
stand
Knop weersafhankelijk
instelpunt
In-/uitschakelknop
weektimer
1
Programmeerknop
Tijdinstelknoppen
Knop inspectie/
testwerking
[1] Weersafhankelijk instelpunt
De lokale instellingen van het weersafhankelijk instelpunt bepalen de
parameters voor de weersafhankelijke werking van de unit. Wanneer
de weersafhankelijke werkingsstand is geactiveerd, wordt de
watertemperatuur
buitentemperatuur: lage buitentemperaturen zorgen voor warmer
water en omgekeerd. In de weersafhankelijke werking kan de
gebruiker de doeltemperatuur van het water met maximaal 5°C
verhogen of verlagen. Zie de gebruiksaanwijzing voor meer
informatie over de weersafhankelijke werking.
(2),
■
Lokale instellingen voor verwarmen
■ [1-00]
buitentemperatuur.
■ [1-01]
buitentemperatuur.
■ [1-02] Instelpunt bij lage omgevingstemperatuur (Lo_Ti): de
doeltemperatuur
buitentemperatuur gelijk is aan of daalt onder de lage
omgevingstemperatuur (Lo_A).
Merk op dat de Lo_Ti-waarde groter dient te zijn dan Hi_Ti,
omdat voor lage buitentemperaturen (nl. Lo_A) warmer water
is vereist.
■ [1-03] Instelpunt bij hoge omgevingstemperatuur (Hi_Ti): de
doeltemperatuur
buitentemperatuur gelijk is aan of hoger stijgt dan de hoge
omgevingstemperatuur (Hi_A).
Merk op dat de Hi_Ti-waarde lager dient te zijn dan Lo_Ti,
omdat voor warmere buitentemperaturen (nl. Hi_A) minder
warm water volstaat.
-knop te drukken, onmiddellijk gevolgd
- en
-knop te drukken, en deze
Toegangsniveau
1
bruikbaar
bruikbaar
bruikbaar
bruikbaar
bruikbaar
bruikbaar
automatisch
bepaald
op
Lage
omgevingstemperatuur
Hoge
omgevingstemperatuur
van
het
uitlaatwater
van
het
uitlaatwater
39.
2
3
—
—
—
—
bruikbaar
—
—
—
—
—
—
—
basis
van
de
(Lo_A):
lage
(Hi_A):
hoge
wanneer
de
wanneer
de
Montagehandleiding
26