Sluit de klemmen aan bovenaan het bovenste deel van de digitale
controller en de klemmen in de unit (P1 op 16, P2 op 16a).
LET OP
■
De
bedrading
voedingsbedrading worden geleid om elektrische
storing (externe interferentie) te voorkomen.
■
Strip de mantel af voor het deel
dat door de binnenkant van de
behuizing
controller moet gaan ( l ).
4
Breng het bovenste deel van de digitale controller weer aan.
VOORZICHTIG
Let op dat u de bedrading tijdens het monteren niet
klemt.
Begin met bevestigen vanaf de klemmen
aan de onderkant.
8.
O
PSTARTEN EN CONFIGUREREN
De configuratie van de binnenunit door de installateur dient te zijn
afgestemd op de omgeving van de installatie (klimaat, geïnstalleerde
opties, enz.) en de expertise van de gebruiker.
VOORZICHTIG
Het is belangrijk dat de installateur alle informatie in dit
hoofdstuk achtereenvolgens leest en dat het systeem
gepast wordt geconfigureerd.
GEVAAR: ELEKTRISCHE SCHOK
Zie
"2. Algemene voorzorgsmaatregelen voor veiligheid"
op pagina
2.
8.1. Overzicht instellingen DIP-schakelaar
DIP-schakelaar SS2 zit op de printplaat van de schakelkast (zie
"5.3. Hoofdcomponenten schakelkast" op pagina
gebruikt voor de configuratie van de installatie van de tank voor warm
water
voor
huishoudelijk
kamerthermostaat en de pompwerking.
WAARSCHUWING
Schakel
de
stroomvoorziening
servicepaneel van de schakelkast opent en de instellingen
van de DIP-schakelaars verandert.
Montagehandleiding
23
moet
weg
van
van
de
digitale
11) en wordt
gebruik,
de
aansluiting
uit
alvorens
1
2
3
4
DIP-schakelaar
SS2
1
de
2
3
4
(a) Geldt alleen wanneer DIP-schakelaar 2 = ON.
(b) De stand verwarmen/koelen of verwarmen van water voor huishoudelijk gebruik
kan worden beperkt door de weektimer en/of lokale instellingen (4, 5, 8).
1
8.2. Configuratie van de installatie van de
kamerthermostaat
■
Wanneer op de binnenunit geen kamer-
thermostaat is aangesloten, moet DIP-
schakelaar SS2-3 op OFF worden gezet.
■
Wanneer
binnenunit
schakelaar SS2-3 op ON worden gezet.
■
Controleer op de kamerthermostaat of de instellingen juist zijn
(6®02=ja, 6®05=9, 6®06=5) om te voorkomen dat de pomp
voortdurend wordt in- en uitgeschakeld (ze trilt dus); dit zou de
levensduur van de pomp immers inkorten.
INFORMATIE
■
Wanneer de kamerthermostaat op de binnenunit is
aangesloten, zijn de weektimers voor verwarmen en
koelen nooit beschikbaar. Dit heeft geen invloed op
andere weektimers. Voor meer informatie over de
weektimers, zie de gebruiksaanwijzing.
van
de
■
Wanneer de kamerthermostaat op de binnenunit is
aangesloten en op de
gedrukt, knippert de indicator voor gecentraliseerde
besturing
u
het
thermostaat voorrang heeft en de aan/uit-werking en
het omschakelen bepaalt.
In de volgende tabel vindt u een beknopt overzicht van de vereiste
configuratie en de thermostaatbedrading aan de klemmenstrook
(X2M: 1, 2, 3, 4) in de schakelkast. De pompwerking staat
aangegeven in de derde kolom. In de drie laatste kolommen wordt
aangegeven of de volgende functie beschikbaar is op de
gebruikersinterface (UI) of door de thermostaat (T) wordt bepaald:
•
verwarmen of koelen van ruimten aan/uit (
•
omschakelen verwarmen/koelen (
•
weektimers verwarmen en koelen (
Beschrijving
ON
Niet van toepassing voor
—
installateur
Installatie van de tank
Geïnstalleerd
voor warm water voor
huishoudelijk gebruik
(zie
"8.4. Configuratie
installatie van de tank
voor warm water voor
huishoudelijk gebruik" op
pagina
24)
Aansluiting
Kamerthermostaat
kamerthermostaat
aangesloten
(zie
"8.2. Configuratie
van de installatie van de
kamerthermostaat" op
pagina
23)
(a)
Deze instelling
bepaalt
Prioriteit
de werkingsstand van de
verwarmen/koelen
warmtepomp bij een
gelijktijdige vraag voor
meer verwarmen/koelen
van ruimten en
verwarmen van water
voor huishoudelijk
gebruik.
de
kamerthermostaat
is
aangesloten,
moet
om aan te geven dat de kamer-
Binnenunit voor lucht-water-warmtepompsysteem
OFF
(Standaard)
Niet geïnstalleerd
(Standaard)
Geen
kamerthermostaat
aangesloten
(Standaard)
Prioriteit naar kant
met hoogste
(b)
vraag
1
2
3
4
op
de
1
2
3
4
DIP-
- of
-knop wordt
)
)
)
EKHBX016BB3V3S
4PW625798-3A – 05.2011