7
Parameterinstellingen
7.6.2
Menu: Configuratie verwarmingscircuit
[→ Hoofdmenu → Configuratie → HK config]
Parameter
Weersafhankelij-
Selectie van de methode voor de bepaling van de aanvoerstreeftemperatuur.
ke
Inactief: regeling op een vaste aanvoerwaarde (afhankelijk van de modus)
Actief: weersafhankelijke regeling aan de hand van de verwarmingscurve.
Vorstbescher-
Uit: Geen vorstbescherming van het verwarmingscircuit
mingstempera-
Anders: Als de buitentemperatuur onder de ingestelde waarde daalt, schakelt
tuur
het systeem om naar vorstbeschermingswerking (inschakelen van de pompen).
De functie wordt beëindigd als de buitentemperatuur boven de ingestelde para-
meterwaarde + 1 K stijgt.
Isolatie
Instelling van de isolatiestandaard van het gebouw. Daardoor worden de ge-
middelde buitentemperatuur en de automatische aanpassingen van de verwar-
mingscurve en van de verwarmingstijden beïnvloed.
Schakeltempera-
Automatische activering van de koelwerking.
tuur verwar-
Uit: gedeactiveerd
mingscircuit
10 - 40: als de buitentemperatuur de ingestelde waarde overschrijdt, wordt er
omgeschakeld naar "koelen". Als de buitentemperatuur 2 K onder de ingestel-
de waarde daalt, wordt er automatisch omgeschakeld naar de tevoren geacti-
veerde modus.
Tab. 7-21 Parameters in het menu "Configuratie verwarmingscircuit"
7.6.3
Menu: Verwarmen
[→ Hoofdmenu → Configuratie → Verwarmen]
Parameter
Stookgrenzen
Instellen van de automatische zomeruitschakeling van de verwarming. Als de
modus verwar-
door de regelaar gemeten en gemiddelde buitentemperatuur de ingestelde
men
waarde met 1 K overschrijdt wordt het verwarmingscircuit uitgeschakeld. De
verwarming wordt weer vrijgegeven als de buitentemperatuur de ingestelde
verwarmingsgrens onderschrijdt.
Stookgrenzen
Instellen van de verwarmingsgrens voor het "uitschakelen" van het verwar-
modus nachtver-
mingscircuit tijdens de nachtverlaging (functie als parameter [Stookgrenzen
lag.
modus verwarmen]).
Stooklijn
Alleen indien parameter [Weersafhankelijke] = actief:
Instelling van de verwarmingscurve. De verwarmingscurve geeft de afhankelijk-
heid van de aanvoerstreeftemperatuur van het verwarmingscircuit van de bui-
tentemperatuur weer (zie
Aanvoertempera-
Deze functie legt vast hoe ver de watertemperatuur boven de aanvoerstreef-
tuur welving (*)
temperatuur mag stijgen voordat de compressor wordt gestopt. De compressor
hervat de werking als de aanvoertemperatuur onder de aanvoerstreeftempera-
tuur daalt. Deze functie geldt ALLEEN voor de verwarmingsmodus.
Aanvoertemp.
Alleen indien parameter [Weersafhankelijke] = actief
modus verwar-
Instelling van de aanvoerstreeftemperatuur voor het verwarmingscircuit tijdens
men
de verwarmingsduur in modus: "Automatisch 1", "Automatisch 2", "Verwar-
men".
Aanvoertemp.
Alleen indien parameter [Weersafhankelijke] = actief
modus nachtver-
Instelling van de aanvoerstreeftemperatuur voor het verwarmingscircuit tijdens
lag.
de verlagingsduur in modus: "Automatisch 1", "Automatisch 2", "Nachtverla-
ging".
Gebruiksaanwijzing
42
Beschrijving
Beschrijving
Hfst.
4.5).
Toegang Instelbereik
Fabrieks-
instelling
BE
HF
Min / Max
N
E
Inactief
Actief
E
E
Uit,
0 °C
-15 - 5°C
E
E
Uit
laag
Normaal
Goed
Uitstekend
N
E
Uit, 10 -
Uit
40 °C
Toegang Instelbereik
Fabrieks-
instelling
BE
HF
Min / Max
E
E
Uit, 10 -
19 °C
40°C
E
E
Uit, 10 -
10 °C
40°C
E
E
0,0 - 3,0
0,5
N
E
1-4
3
E
E
20 - 90°C
40 °C
E
E
10 - 90°C
10 °C
008.1444299_00 – 07/2018 – NL
Stap-
pen-
groot-
te
1
1 °C
-
1 °C
Stap-
pen-
groot-
te
0,5 K
0,5 K
0,1
1
1 °C
1 °C
RoCon+ HP
RoCon+ HP