Besturing met dubbel instelpunt
Geldt alleen voor installaties met verschillende warmtegeneratoren
die verschillende instelpunten vereisen.
De besturing met dubbel instelpunt maakt het mogelijk om
2 verschillende instelpunten te genereren.
INFORMATIE
Het is niet mogelijk aan te geven welk instelpunt actief is!
■ [7-02] Status besturing met dubbel instelpunt: bepaalt of de
besturing
met
dubbel
gedeactiveerd (0) is.
■ [7-03] Tweede instelpunt verwarmen: bepaalt de temperatuur
van het tweede instelpunt bij verwarmen.
■ [7-04] Tweede instelpunt koelen: bepaalt de temperatuur van
het tweede instelpunt bij koelen.
LET OP
■
Het eerste instelpunt verwarmen/koelen is het instel-
punt dat op de gebruikersinterface is geselecteerd.
-
In de verwarmingsstand kan het eerste instelpunt
een vaste waarde of weersafhankelijk zijn.
-
In de koelstand is het eerste instelpunt altijd een
vaste waarde.
■
Het tweede instelpunt verwarmen [7-03] moet
gekoppeld zijn aan de warmtegeneratoren die het
hoogste instelpunt vereisen in de verwarmingsstand.
Voorbeeld: ventilatorconvector.
■
Het tweede instelpunt koelen [7-04] moet gekoppeld
zijn aan de warmtegeneratoren die het laagste
instelpunt vereisen in de koelstand. Voorbeeld:
ventilatorconvector.
■
De echte waarde van het tweede instelpunt
verwarmen hangt af van de geselecteerde waarde
van instelling [7-03].
-
Wanneer [7-03]=1~24, is het echte tweede
instelpunt gelijk aan het eerste instelpunt
verwarmen plus [7-03] (het maximum is 55°C).
Op deze manier is het tweede instelpunt
verwarmen gekoppeld aan het eerste instelpunt
verwarmen.
-
Wanneer [7-03]=25~55, is het echte tweede
instelpunt verwarmen gelijk aan [7-03].
■
De selectie van het tweede of eerste instelpunt wordt
bepaald door de klemmen (X2M: 1, 2, 4).
Het tweede instelpunt heeft altijd voorrang op het
eerste instelpunt.
X2M
1 2 3 4
SP2
SP1
INFORMATIE
Wanneer besturing met dubbel instelpunt geactiveerd is,
moet
de
selectie
gebruikersinterface worden gemaakt.
LET OP
De installateur is ervoor verantwoordelijk dat er geen
ongewenste situaties kunnen voorkomen.
Het is heel belangrijk dat de temperatuur van het water
voor de vloerverwarmingslussen in de verwarmingsstand
nooit te hoog wordt of in de koelstand nooit te koud.
Anders kan het gebouw schade oplopen of kan een
oncomfortabele situatie ontstaan. In de koelstand kan zich
bijvoorbeeld condensatie op de vloer vormen wanneer het
water voor de vloerverwarmingslussen te koud is
(dauwpunt).
Montagehandleiding
31
instelpunt
geactiveerd
SP1
Contact eerste instelpunt
SP2
Contact tweede instelpunt
verwarmen/koelen
altijd
op
[8] Timer verwarmingsstand water voor huishoudelijk gebruik
Alleen van toepassing op installaties met een tank voor warm water
voor huishoudelijk gebruik.
De lokale instellingen van de "timer stand verwarmen water voor
huishoudelijk
gebruik"
verwarmingstijden van het water voor huishoudelijk gebruik, de
minimale tijd tussen twee verwarmingscycli van het water voor
huishoudelijk gebruik en de vertragingstijd van de booster-
verwarming.
■ [8-00] Minimale bedrijfstijd: bepaalt de minimale tijd
(1)
of
gedurende welke de warmtepomp in de stand verwarmen
van water voor huishoudelijk gebruik moet draaien, zelfs
wanneer de doeltemperatuur van het warm water voor
huishoudelijk gebruik voor de warmtepomp (T
bereikt.
■ [8-01] Maximale bedrijfstijd: bepaalt de maximale tijd
gedurende welke de warmtepomp in de stand verwarmen
van water voor huishoudelijk gebruik moet draaien, zelfs
wanneer de doeltemperatuur van het warm water voor
huishoudelijk gebruik voor de warmtepomp (T
niet is bereikt.
De echte maximale bedrijfstijd zal automatisch schommelen
tussen
buitentemperatuur. Zie de afbeelding in hoofdstuk
op pagina
INFORMATIE
Merk op dat wanneer de unit geconfigureerd is om te
werken
"12.2. Configuratie van de installatie van de kamer-
thermostaat" op pagina
het verwarmen of koelen van ruimten rekening wordt
gehouden met de timer voor de maximale bedrijfstijd.
Wanneer er geen vraag voor het verwarmen of koelen
van ruimten is, blijft de warmtepomp het water voor
huishoudelijk gebruik verwarmen tot de 'uitschakel-
temperatuur warmtepomp' (zie lokale instellingen
op
thermostaat is geïnstalleerd, wordt altijd rekening
gehouden met de timer.
■ [8-02] Antipendeltijd: bepaalt het minimuminterval tussen
twee verwarmingscycli van het water voor huishoudelijk
gebruik met de warmtepomp.
De echte antipendeltijd zal automatisch schommelen tussen
[8-02] en 0, afhankelijk van de buitentemperatuur. Zie de
afbeelding in hoofdstuk
1
0
1
0
de
1 Stand verwarmen water voor huishoudelijk gebruik
2 Vraag warm water voor warmtepomp
t Tijd
INFORMATIE
■
Als de buitentemperatuur hoger is dan de lokale
instelling van parameter [4-02], en lager dan de lokale
instelling van parameter [F-01], dan wordt geen
rekening gehouden met de lokale instellingen van
parameters [8-01], [8-02] en [8-04].
■
Parameter [F-01] is enkel van toepassing voor
EKCBX-binnenunits.
bepalen
de
minimale
[8-01]
en
[8-01]+[8-04],
32.
met
een
kamerthermostaat
22), alleen bij een vraag voor
pagina
29) is bereikt. Wanneer geen kamer-
"[8-04]" op pagina
[8-00]
[8-01]
[8-02]
warmtepomp
(1 = actief, 0 = niet actief)
(1 = vraag, 0 = geen vraag)
Unit voor lucht-water-warmtepompsysteem
en
maximale
) al is
HP OFF
) nog
HP OFF
afhankelijk
van
de
"[8-04]"
(zie
[6]
32.
t
EKCBX/H008BCV3
4P348533-1A – 2013.04