Lokale bedrading configuratie A
L
H
Com
EKCB(H/X)*/auto / Boiler
A
K1A
K2A
N
Boiler
Input ketelthermostaat
thermostat input
A
Hulpcontact (normaal gesloten)
H
Kamerthermostaat verwarmingsverzoek (optie)
K1A
Hulprelais voor inschakelen van EBHQ*-unit
(ter plaatse te voorzien)
K2A
Hulprelais voor inschakelen van ketel (lokale
levering)
Lokale bedrading configuratie B
EKCB(H/X)*
EKRP1HB
X2M
1 2 3 4
KCR
X1 X2
K1A
K1A
C
H
X Y
Com
Boiler
EKRTW*
thermostat input
Boiler
Input ketelthermostaat
thermostat input
C
Kamerthermostaat koelverzoek (optie)
H
Kamerthermostaat verwarmingsverzoek (optie)
Com
Gemeenschappelijke kamerthermostaat (optie)
K1A
Hulprelais voor inschakelen van ketelunit
(ter plaatse te voorzien)
KCR
Toelatingssignaal voor de extra ketel
Werking
■
Configuratie A
Wanneer de kamerthermostaat om verwarming vraagt, begint
ofwel de EBHQ*-unit ofwel de ketel te werken, afhankelijk van
de stand van het hulpcontact (A).
■
Configuratie B
Wanneer de kamerthermostaat om verwarming vraagt, begint
ofwel de EBHQ*-unit ofwel de ketel te werken, afhankelijk van
de buitentemperatuur (staat van het "toelatingssignaal voor de
extra ketel").
Wanneer de toelating voor de ketel wordt gegeven, wordt het
verwarmen van ruimten door de EBHQ*-unit automatisch
uitgeschakeld.
Voor meer details, zie lokale instelling [C-02~C-04].
Montagehandleiding
11
EKCB(H/X)*
Boiler
thermostat input
X2M
1 2 3 4
X Y
K1A
K2A
LET OP
■
Configuratie A
Zorg ervoor dat het differentiaal of de tijdvertraging
van het hulpcontact (A) voldoende groot is om
voortdurend omschakelen tussen de EBHQ-unit en
de ketel te voorkomen. Als het hulpcontact (A) een
buitentemperatuurthermostaat is, moet de thermo-
staat in de schaduw worden geïnstalleerd zodat hij
niet wordt beïnvloed of in-/uitgeschakeld door de zon.
Configuratie B
Zorg ervoor dat het differentiaal van de bivalente
hysterese [C-04] voldoende groot is om voortdurend
omschakelen tussen de EBHQ*-unit en de ketel te
voorkomen. Aangezien de buitentemperatuur wordt
gemeten met de luchtthermistor van de buitenunit,
dient u de buitenunit in de schaduw te installeren zodat
de thermistor geen invloed van de zon ondergaat.
Veelvuldig omschakelen kan al snel corrosie van de
ketel veroorzaken. Neem contact op met de fabrikant
van de ketel.
■
Terwijl de EBHQ* -unit verwarmt, zal de unit werken
om de op de gebruikersinterface ingestelde doel-
temperatuur van het uittredend water te bereiken.
Wanneer de weersafhankelijke werkingsstand is
geactiveerd, wordt de watertemperatuur automatisch
bepaald op basis van de buitentemperatuur.
Terwijl de ketel verwarmt, zal de ketel werken om de
op de controller van de ketel ingestelde doel-
temperatuur van het uittredend water te bereiken.
Stel de doeltemperatuur van het uittredend water op
de controller van de ketel nooit in op meer dan 55°C.
■
Er mag slechts 1 expansievat in het watercircuit
aanwezig zijn. De unit is al uitgerust met een
expansievat.
LET OP
Voer de instelling van DIP-schakelaar SS2-3 op de
printplaat van de schakelkast van de EKCB(H/X)* goed uit.
Zie
"12.2. Configuratie van de installatie van de kamer-
thermostaat" op pagina
22.
Voor configuratie B: Voer de lokale instellingen [C-02, C-03
en C-04] goed uit. Zie
"Bivalente werking" op pagina
LET OP
Het retourwater naar de EBHQ*-warmtewisselaar mag
nooit warmer dan 55°C zijn.
Stel de doeltemperatuur van het uittredend water daarom
nooit in op meer dan 55°C op de controller van de ketel en
(a)
monteer een Aquastat
van de EBHQ*-unit.
Controleer of de terugslagkleppen (lokale levering) juist in
het systeem geïnstalleerd zijn.
Controleer of de kamerthermostaat (th) niet voortdurend
AAN/UIT wordt geschakeld.
Daikin is niet aansprakelijk voor eventuele schade die
ontstaat wanneer dit voorschrift niet wordt nageleefd.
(a) De Aquastat-klep moet ingesteld zijn op 55°C en moet de retourwaterstroming
naar de unit afsluiten wanneer de gemeten temperatuur meer dan 55°C
bedraagt. Wanneer de temperatuur zakt, moet de Aquastat-klep de
retourwaterstroming naar de EBHQ*-unit weer herstellen.
INFORMATIE
Handmatige toelating naar de EBHQ*-unit op de ketel.
In het geval alleen dat EBHQ*-unit mag werken in de stand
verwarmen van ruimten, schakelt u de bivalente werking uit
aan de hand van instelling [C-02].
In het geval alleen de ketel mag werken in de stand
verwarmen
van
ruimten,
inschakeltemperatuur [C-03] tot 25°C.
Unit voor lucht-water-warmtepompsysteem
33.
-klep in de retourwaterstroming
verhoogt
u
de
bivalente
EKCBX/H008BCV3
4P348533-1A – 2013.04