8.3. Toepassing 3
Toepassing voor verwarmen en koelen van ruimten met de op de unit
aangesloten voor verwarmen/koelen ingestelde kamerthermostaat.
Verwarmen door middel van vloerverwarmingslussen en ventilator-
convectoren. Koelen alleen door middel van de ventilatorconvectoren.
Warm water voor huishoudelijk gebruik wordt voorzien door de tank
voor warm water voor huishoudelijk gebruik die op de binnenunit is
aangesloten.
1
2
3
4
1 Buitenunit
2 Warmtewisselaar
3 Pomp
4 Afsluitklep
5 Verwarmingskit (optioneel)
6 Verdeelstuk (lokaal te voorzien)
7 Gemotoriseerde 3-wegskraan (optie)
9 Boosterverwarming
10 Warmtewisselaarspiraal
11 Tank voor warm water voor huishoudelijk gebruik
12 Gemotoriseerde 2-wegsklep (lokale levering)
FCU1...3 Ventilatorconvector (ter plaatse te voorzien)
FHL1...3 Vloerverwarmingslus (lokale levering)
C Stuurkast
T Kamerthermostaat met schakelaar verwarmen/koelen
(optie)
I Gebruikersinterface
Pompwerking en verwarmen en koelen van ruimten
Afhankelijk van het seizoen kiest de klant op de kamerthermostaat
(T) verwarmen of koelen. Deze keuze is niet mogelijk via de
gebruikersinterface.
Wanneer de kamerthermostaat (T) verwarmen/koelen vraagt, begint
de pomp te werken en wordt de unit (1) in de "verwarmings-
stand"/"koelstand" geschakeld. De unit (1) begint te werken om de
doeltemperatuur van het uitgaande warme/koude water te bereiken.
In de koelstand gaat de gemotoriseerde 2-wegsklep (12) dicht om te
voorkomen dat koud water in de vloerverwarmingslussen (FHL)
wordt gestuurd.
LET OP
Sluit de thermostaatdraden aan op de juiste aansluit-
klemmen (zie
"Aansluiting van de thermostaatkabel"
op pagina
20) en configureer de DIP-schakelaars juist (zie
"12.2. Configuratie van de installatie van de kamerthermo-
staat" op pagina
22).
Montagehandleiding
9
6
I
C
T
5
7
12
FCU1
FCU2
6
M
M
9 11
10
FHL1
FHL2
LET OP
De bedrading van de 2-wegsklep (12) verschilt voor een
NC-klep (normaal gesloten) klep en een NO-klep (normaal
open)!
aangegeven in het bedradingsschema.
De kamerthermostaat bepaalt de AAN/UIT-instelling van verwarmen/
koelen; dit is niet mogelijk met de gebruikersinterface.
Verwarmen van water voor huishoudelijk gebruik
Verwarming van water voor huishoudelijk gebruik gebeurt zoals
beschreven in
"8.2. Toepassing 2" op pagina
8.4. Toepassing 4
Toepassing voor verwarmen en koelen van ruimten zonder op de unit
aangesloten kamerthermostaat, maar met de kamerthermostaat voor
alleen verwarmen voor de regeling van de vloerverwarming en de
FCU3
thermostaat voor verwarmen/koelen voor de regeling van de
ventilatorconvectoren. Verwarmen door middel van vloerverwarmings-
lussen en ventilatorconvectoren. Koelen alleen door middel van de
ventilatorconvectoren.
FHL3
1
2
1 Buitenunit
2 Warmtewisselaar
3 Pomp
4 Afsluitklep
5 Verwarmingskit (optioneel)
6 Verdeelstuk (lokaal te voorzien)
8 Omloopklep (lokale levering)
12 Gemotoriseerde 2-wegsklep voor uitschakelen van de
13 Gemotoriseerde 2-wegsklep voor activering van de
FCU1...3 Ventilatorconvector met thermostaat (ter plaatse te
FHL1...3 Vloerverwarmingslus (lokale levering)
T4...6 Individuele kamerthermostaat voor met ventilatorconvector
T Kamerthermostaat alleen verwarmen (optie)
C Stuurkast
Pompwerking
Zonder op de unit (1) aangesloten thermostaat kan de pomp (3)
worden geconfigureerd om te werken zolang de unit is ingeschakeld,
of tot de vereiste watertemperatuur is bereikt.
INFORMATIE
Meer informatie over de configuratie van de pomp vindt
u in
"12.3. Configuratie van de pompwerking" op pagina
Sluit
de
juiste
aansluitpunten
C
I
3
4
5
12
13
T
M
M
vloerverwarmingslussen tijdens koelen (lokale levering)
kamerthermostaat (lokale levering)
voorzien)
verwarmde/gekoelde kamer (optie)
I Gebruikersinterface
Unit voor lucht-water-warmtepompsysteem
aan
zoals
8.
6
8
T4
T5
T6
FCU1
FCU2
6
FCU3
FHL1
FHL2
FHL3
23.
EKCBX/H008BCV3
4P348533-1A – 2013.04