Flex-Line
Toestel
RIII 45x56x46
RIII 45x56x60
RIII 45x56x80
RIII 45x68x46
RIII 45x80x46
RIII 45x100x46
RIII 55x56x46
RIII 55x56x60
RIII 55x56x80
RIII 55x68x46
RIII 55x80x46
RIII 55x100x46
Rondeo
4.2. Luchtrooster
Al naar gelang de aard en werkingswijze van uw installatie kunnen in de bekleding luchtroosters zijn
gemonteerd. Door deze luchtroosters moet de convectielucht vrij kunnen circuleren. Zorg ervoor dat de
luchtroosters niet gesloten zijn en niet worden afgedekt door voorwerpen.
4.3. Vloerplaat
Brandbare vloeren moeten in het gebied van de branddeuren beschermd worden door een niet-
brandbare vloerplaat. De vloerplaat mag niet van uw installatie worden verwijderd.
4.4. Branddeuren
Al naar gelang de uitvoering zijn uw branddeuren zelfsluitend of niet-zelfsluitend. Zelfsluitende
branddeuren hebben een geschakelde veiligheidsfunctie met andere stookinstallaties die op dezelfde
schoorsteen zijn aangesloten.
Manipulaties of wijzigingen aan de branddeuren zijn verboden. Laat defecte branddeuren of afdichtingen
onmiddellijk repareren door een installateur.
4.5. Verbrandingslucht
Al naar gelang de aard en werkingswijze van uw installatie wordt de verbrandingslucht via de
opstellingsruimte (afhankelijk van de omgevingslucht) of van buitenaf (gescheiden van de
omgevingslucht) aan de installatie toegevoerd. Zorgt u ervoor dat bij een gelijktijdig gebruik van meerdere
geschakelde verwarmingsinstallaties steeds genoeg verbrandingslucht kan nastromen. Apparaten die
omgevingslucht afzuigen (afzuigkappen, ventilatiesystemen, centrale stofzuigers, enz.) mogen de
bedrijfsveiligheid van uw installatie niet nadelig beïnvloeden.
Van omgevingslucht afhankelijke installatie
Zorg ervoor dat er steeds genoeg frisse lucht in de opstellingsruimte kan stromen.
Gebruikershandleiding
X
[cm]
80
60
60
100
100
100
90
70
60
100
90
130
70
Y
[cm]
70
60
70
70
70
60
90
90
90
60
70
60
90
23