Flex-Line
De luchtroosters zijn met klemplaatjes aan de bekleding vastgemaakt. Naar behoefte kunt u de
luchtroosters verwijderen door ze eruit te trekken en weer monteren door ze erin te drukken.
3.16. Ventilator
Al naar gelang de uitvoering kan aan uw installatie in de onderbouw of buiten de bekleding een ventilator
zijn gemonteerd. De ventilator verhoogt de luchtstroom van de installatie en verdeelt de verwarmde lucht
in de opstellingsruimte via de luchtroosters. Het toerental van de ventilator kan handmatig worden
ingesteld met een draairegelaar. In beginsel dient de ventilator bij gebruik van de installatie ingeschakeld
te zijn.
De regelaar handmatig in de gewenste positie draaien.
2
1
Gebruikershandleiding
3
1. UITGESCHAKELD
2. INGESCHAKELD (grote luchtstroom)
3. INGESCHAKELD (kleine luchtstroom)
21