7. Kijk onder de Bedieningspaneelsteun (8) en
identificeer de Bovenste Draad (123), die een
grotere connector heeft dan de Verlengdraad
(124).
Verbind de Bovenste Draad (123) met de
Onderste Draad (122) die uit de Handvatstang
(7) steekt. Steek dan de connectoren op beide
Draden in de Handvatstang.
Verbind vervolgens de Verlengdraad (124) met
de Besturingsdraad (125) die uit het Handvat
(97) steekt. Steek vervolgens de connectoren op
beide Draden in het Handvat.
8. Laat iemand het Bedieningspaneel (10) bij de
Beugel van het Bedieningspaneel (11) houden.
Sluit de Bovenste Draad (123) en de Verleng-
draad (124) aan op de bijbehorende draden (E)
aan de achterkant van het Bedieningspaneel.
Druk vervolgens de Draadbeschermer (110) rond
de draden in de weergegeven locatie.
Steek vervolgens de aansluitingen in de Bedie-
ningspaneelsteun (8) en druk dan de Draadbe-
schermer (110) in de Bedieningspaneelsteun.
Tip: Het kan handig zijn om de connectoren
één voor één in de Bedieningspaneelsteun te
steken.
Tip: Zorg dat de draden niet klem komen te
zitten. Pas indien nodig de kanteling van de
Beugel van het Bedieningspaneel (11) aan om
deze stap gemakkelijker te maken. Bevestig
het Bedieningspaneel (10) aan de Beugel van
het Bedieningspaneel met vier M4 x 16mm
Schroeven (83). Draai alle Schroeven aan en
draai ze daarna vast.
7
8
123
122
8
10
10
97
125
124
7
11
83
123
110
124
8
E
Zorg dat de
draden niet klem
komen te zitten
83