Service / onderhoud
Snelspanbussen van V-riemschijven aan-
spannen
‣
Trek de schroeven (1 en 2) van de V‑riemschijven
aan.
Aanhaalmomenten snelspanbussen
Nominale diame-
ter riemschijf
180 mm
200 mm
224 mm
250 mm
280 mm
315 mm
Controleer de spanning van de V-riemen en
regel ze
‣
Gebruik voor de controle van de V‑riemspanning
een geschikt meettoestel (bijv. Optibelt).
‣
De riemspanning kan overeenkomstig het geko‑
zen meettoestel door een mechanische meting of
door meting van de geluidsgolven (riem‑
frequentie) gebeuren.
‣
Volg bij de controle de gebruiksaanwijzingen van
de fabrikant van het specifieke meettoestel en
houd u aan de in de specifieke gebruikshandleiding aangegeven streefwaarden.
‣
Om de riemspanning te corrigeren, draait u de borgmoer (3) en de V‑riem (5) los door aan de regel‑
moer (4) te draaien.
‣
Trek de borgmoer (3) aan.
Aanhaalmoment (M16 A2-70): 155 Nm
NOTITIES
Volg de gebruiksaanwijzingen van de fabrikant van het meettoestel bij het meten van de riemspan‑
ning.
Zorg ervoor dat de specificaties voor het type V-riem SPB/XPB worden toegepast.
OPGELET
VERKEERDE V-RIEMSPANNING!
Een te hoge V‑riemspanning kan leiden tot schade aan lagers en asbreuk. Als de V‑riemspanning te
laag is, kunnen de V‑riemen tijdens het gebruik slippen en dus voortijdig slijten.
‣
De V‑riemspanning moet worden ingesteld volgens de fabrikant van het meettoestel.
Plaats de V-riemafdekking terug.
Aanhaalmoment (M8 A2-70): 18 Nm
24
Snelspan-
Aanhaalmo-
bussen
ment
3020
90 Nm
3525
112 Nm
47757782 A