Storingen, oorzaken en aanwijzingen om storingen te verhelpen
5 Storingen, oorzaken en aanwijzingen om storingen te verhelpen
In geval van twijfel de schroefcompressor onmiddellijk uitschakelen!
Storing
Onvoldoende luchtdebiet
Compressie‑einddruk te
hoog
Compressie‑eindtempera‑
tuur te hoog
Onderdruk groter dan 65
mbar
Oliedruk lager dan 0,3 bar
De olie schuimt
28
Mogelijke oorzaak
Aandrijftoerental te laag
Aanzuigfilter vervuild / verstopt
Nominale diameter van de pers‑
luchtleiding te klein
Terugslagklep defect
De veiligheidsklep gaat niet open
Aandrijftoerental te hoog
Aanzuigfilter vervuild
Compressie‑einddruk te hoog
Omgevingstemperatuur te hoog
Aanzuigfilter vervuild
Aandrijftoerental te hoog
Olieaanzuigzeef vervuild
Olievulling te laag
Onjuiste oliesoort
Aandrijftoerental te laag
Geknikte of beschadigde olieleidin‑
gen op het aggregaat met externe
oliekoeler (optioneel)
Onjuiste oliesoort
Water in de olie
Verschillende oliekwaliteit
Oliepeil te hoog
Maatregel
Verhoog het aandrijftoerental tot
het maximaal toelaatbare.
Reinig het filterelement of vervang
het zo nodig.
Plaats nieuwe leidingen met grote‑
re nominale diameter
Terugslagklep controleren
Veiligheidsklep controleren
Verlaag het aandrijftoerental tot op
de maximaal toelaatbare waarde.
Reinig het filterelement of vervang
het zo nodig.
Veiligheidsklep controleren
NOTITIES de toelaatbare aanzuig‑
temperatuur.
Reinig het filterelement of vervang
het zo nodig.
Verlaag het aandrijftoerental tot op
de maximaal toelaatbare waarde.
Olieaanzuigzeef schoonmaken.
Controleer het oliepeil en vul des‑
noods olie bij.
Olie volledig aftappen en goedge‑
keurde oliesoort bijvullen
Verhoog het aandrijftoerental tot
het maximaal toelaatbare.
Olieleidingen en oliekoeler contro‑
leren
Olie volledig aftappen en goedge‑
keurde oliesoort bijvullen
Controleer het oliepeil en zo nodig
olie aftappen
Hoofd-
stuk
1.6 - 1.8
4.4.4
-
4.4.6
4.4.5
1.6 - 1.8
4.4.4
1.6 - 1.8
1.6 - 1.8
4.4.4
1.6 - 1.8
4.4.8
4.4.3
4.4.3
1.6 - 1.8
3.7
4.4.8
4.4.3
4.4.8
47757784 A