Tips
1 tot 2 passages bieden een lagere afdrukkwaliteit. Bovendien wordt het kleurenspectrum iets verkleind,
●
omdat de totale inkthoeveelheid wordt beperkt zodat het harden mogelijk is.
De afdrukresolutie van 1200 dpi is alleen beschikbaar in de afdrukmodus met 18 passages. Als u van plan
●
bent om deze te gebruiken, zorg er dan voor dat u een specifieke substraatvoorinstelling hebt voor deze
afdrukmodus, omdat het hergebruiken van andere niet de verwachte afdrukkwaliteit levert.
Voor het testen van de lay-out op goedkope substraten is een afdrukmodus met 2 passages en weinig inkt
●
ingeschakeld. Deze modus wordt aanbevolen omdat de harding in deze modus mogelijk niet goed werkt bij
andere substraattypes.
Een substraatvoorinstelling verwijderen
U kunt substraatvoorinstellingen verwijderen die u zelf hebt toegevoegd, met uitzondering van de
voorinstellingen die met de printer zijn meegeleverd.
Hiervoor drukt u op het pictogram
Als u een voorinstelling wilt verwijderen, verliest u de verwijzing naar dit substraat in de gebruik- en telgegevens.
In plaats van de substraatnaam ziet u vanaf dat moment "Verwijderd substraat" in de gebruik- en telgegevens.
Sneller afdrukken
De meest voor de hand liggende manier om de snelheid te verhogen is door het aantal afdrukpassages te
verminderen, hoewel dit de afdrukkwaliteit vermindert. Houd rekening met de volgende zaken.
Met minder dan 8 passages ziet u mogelijk meer korreligheid.
●
Met minder dan 6 passages, is de printer gevoeliger voor substraatdoorvoerproblemen en het kan zijn dat
●
u de inkthoeveelheid moet verminderen om de afdrukkwaliteit te verbeteren.
Als u het aantal passages vermindert, kan de beste hardingstemperatuur moeilijker te vinden zijn en kan er
●
meer gevoeligheid zijn voor omgevingstemperatuur en vochtigheid.
Hier zijn enkele suggesties voor het verhogen van de afdruksnelheid.
Aaneengeschakelde afdrukken besparen tijd omdat de een kan worden verzonden terwijl de andere wordt
●
gehard.
Schakel de snijder uit: Druk op
●
substraatbehandeling) > Cutter (Snijder) > Off (Uit). Met de meeste substraten bespaart dit wat tijd aan het
eind van het afdrukproces.
NLWW
in het substraatbibliotheekscherm.
, daarna op Substrate handling options (Opties voor
Een substraatvoorinstelling verwijderen 103