Veiligheidsbepalingen
Stuurframevergrendeling
Gevaar door het scheuren van de knikbesturing!
Voor het onderhoud of het transport altijd de stuurframevergrendeling monteren, om de knikbestu-
STOP
ring te blokkeren.
Door de stuurframevergrendeling te monteren aan het linkerframe
wordt de knikbesturing geblokkeerd.
Knikbesturing met stuurframevergrendeling vergrendelen:
Voor- en achterruiten op één lijn brengen.
Motor uitschakelen en sleutel uittrekken.
Voorste veerstekker (1) losmaken en de stuurframevergrende-
ling (2) van voorste tapeinden afnemen.
Stuurframevergrendeling (2) naar achteren zwaaien en op de
tapeinden aan het linkerframe (1) steken.
Als de gaten niet op één lijn liggen met de tapeinden, dan moet
het stuurframe een beetje bewogen worden bij uitgeschakelde
motor.
Stuurframevergrendeling met de veerstekker vergrendelen.
De stuurframevergrendeling na gebruik weer aan voor-
frame plaatsen en met de veerstekker goed bevesti-
gen.
Handmatige motorstop
De motor wordt uitgeschakeld, zodra de startschakelaar (1) in stand
STOP is gezet.
Indien de motor niet kan worden uitgeschakeld, zet de motor dan
met de handmatige motorstop uit.
Voor het uitschakelen van de motor:
Voor het uitschakelen aan de knop (2) trekken, totdat de motor
tot stilstand is gekomen.
Nadat de motor tot stilstand is gekomen, de knop weer terug-
drukken.
R5625-8144-2
01/2018
27