Bedrijf
Onderhoud
Bijvullen van ruitensproei-installatie
Afsluitdop (1) van het ruitensproeireservoir (2) openen en het
reservoir met water resp. reinigingsmiddel vullen.
In de winter moet ruitenreinigingsmiddel met antivries-
toevoegingen worden gebruikt.
Koelvloeistof bijvullen
Motorruimteafdekking openen (blz. 158).
Antivriesgehalte met een antivriestester controleren; dit moet
bij -25 °C liggen.
Het antivriesgehalte mag niet groter zijn dan 50 %.
Deksel van koelvloeistofregelbekken (1) bij koude motor ope-
nen en gemengde koelvloeistof tot de markering FULL (A) vul-
len.
Deksel van het expansiereservoir sluiten.
Indien het koelvloeistofexpansiereservoir compleet was leegge-
maakt, moet het vloeistofpeil in de radiateur worden gecontroleerd.
Radiatordop niet met een warme motor openen; ver-
STOP
brandingsgevaar.
Radiatordop (1) openen, door deze linksom te draaien.
De vloeistofpeil moet zich aan de onderste rand van de vulope-
ning bevinden, indien nodig, koelvloeistof bijvullen.
Radiatordop sluiten.
Motorkap sluiten.
R5625-8144-2
01/2018
129