4. Installatie
Stroomkabel
Compensatiekabel
4.5
Elektrische aansluiting
Werkzaamheden aan elektrische installaties mogen
alleen door opgeleide elektriciens volgens de
elektrotechnische regels uitgevoerd worden.
Verkeerd gelegde of verkeerd gedimensioneerde kabels
kunnen brand veroorzaken.
Alle aangesloten kabels moeten voldoende geïsoleerd
zijn resp. spanningsvastheid hebben en de contacten
moeten beveiligd zijn tegen aanraking. Het leggen van
blanke metalen kabels en contacten is niet toegestaan.
Gebruik voor de aansluiting de meegeleverde laadkabel.
De laadkabel moet via een beveiligd circuit of de
meegeleverde accuzekering aan de accu worden
aangesloten.
De laadkabel bestaat uit vier aparte kabels die als volgt
met de accu moeten worden verbonden:
Stroomkabel:
Via deze kabel wordt de stroom van de brandstofcel
naar de accu geleid.
Compensatiekabel:
Deze kabel wordt voor de meting van de accuspanning
gebruikt.
Om ohmse verliezen in de aansluitkabels te minimeren
worden de volgende minimale dwarsdoorsnedes voor de
kabel aanbevolen, voor zover de lengte van de
acculaadkabel niet voldoende is.
Lengte [m]
< 5 m
5 – 10 m
10 – 15 m
Minimale dwarsdoosnede van de kabel
2,5 mm²
4 mm²
6 mm²
21