Onderdeel
Configureert de functie Mirroring van scherminhoud.
De ingestelde waarden worden opgeslagen wanneer u "TOEPASSEN"
selecteert.
NETWERK
INSTELLING
/
MIRRORING
INST.
APPARAATNAAM
WEERGAVEMODUS
*1 De tekst mag uit maximaal 23 letters, cijfers en symbolen bestaan. Alleen de symbolen
"!"#$%&'()*+,-./:;<=>?@[\]^_'{|}~ en spatie" kunnen worden gebruikt.
(vervolgd op volgende pagina)
Bepaalt de instelling, AAN/UIT van de functie Mirroring
van scherminhoud.
Als MIRRORING is ingesteld op UIT, kunnen de
volgende items niet worden veranderd.
• APPARAATNAAM
• WEERGAVEMODUS
• VERBINDINGSMODUS
MIRRORING
• WPS-NOTIFICATIE
N.B.
kan de projector niet met het apparaat worden
verbonden door middel van Eenvoudige aansluiting
of Infrastructuur.
Configureert de apparaatnaam van de projector voor
een verbinding via Miracast
*1
Selecteert de weergavemodus van de projector.
Raadpleeg "5.2 Weergavemodus" voor details over
deze functie.
ENKEL / MULTI / MODERATOR
N.B.
Miracast
2. Verbinding maken met het netwerk
Beschrijving
• Als MIRRORING is ingesteld op AAN,
®
• Als deze instelling wordt gewijzigd, zal de
®
-verbinding worden verbroken.
.
25