2.2.1 Verbinding maken via de Eenvoudige aansluiting modus
Maak de volgende instellingen wanneer u de projector verbindt met de computer
in de Eenvoudige aansluiting modus.
Projector instelling
1) Zet de projector aan.
2) Druk op de MENU knop op de afstandsbediening
of op het bedieningspaneel van de projector.
Het MENU dat u het laatst hebt gebruikt zal ver-
schijnen.
Gebruik de cursorknop en maak uw keuze als
volgt.
SNELMENU > GEAVANCEERD >
NETWERK > NETWERK INSTELLING >
DRAADLOZE INSTELLING
3) Maak de volgende instellingen onder
DRAADLOZE INSTELLING.
• MODUS: EENVOUDIGE AANSLUITING
• IP-ADRES
• SSID
• SSID-GEG.VERSPREIDING
• ENCRYPTIE
• DRAADLOZE FREQ.
• KANAAL
Selecteer TOEPASSEN en druk vervolgens op ENTER om de instellingen
defi nitief te maken.
Over netwerkinstellingen
Het vierde octet van het IP-adres van de projector is vast ingesteld op 1.
Het subnetmasker van de projector is vast ingesteld op 255.255.255.0.
Instellen van de computer
1) De DHCP-serverfunctie van de projector is altijd ingeschakeld. Schakel de
DHCP-instelling van de computer in.
2) Selecteer de SSID voor de projector via dezelfde procedure als bij de draadloze
verbinding met de computer. Voer de encryptiesleutel in volgens de
instructies op uw computer als er versleuteling wordt toegepast.
N.B.
• Voor de procedure voor het instellen van het netwerk en de draadloze
verbinding met de computer, moet u de handleiding van de computer of het
draadloze LAN-apparaat raadplegen.
• Er kunnen maximaal 10 apparaten tegelijk met de projector verbonden zijn in
de modus Eenvoudige aansluiting.
2. Verbinding maken met het netwerk
17