Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Opstarten Van De Ketel; Controle En Afstelling Van De Brander - ACV Prestige 42 Solo Installatie-, Gebruiks- En Onderhoudsvoorschriften

Verberg thumbnails Zie ook voor Prestige 42 Solo:
Inhoudsopgave

Advertenties

OPSTARTEN

OPSTARTEN VAN DE KETEL

Voorwaarden
Alle aansluitingen zijn uitgevoerd
Omschakeling op gas uitgevoerd indien nodig
Sifon gevuld met water
Elektrische voeding geactiveerd
Gastoevoer open
Hydraulische kring(en) gevuld met water
Procedure
1.
Controleer de afwezigheid van gaslekken.
2.
Druk op de aan/uit-schakelaar (
).
3.
Indien een kamerthermostaat geïnstalleerd is, verhoogt u eventueel de ingestelde tempera-
tuur, zodat warmte aangevraagd wordt.
4.
Controleer de gasdruk en laat de ketel enkele minuten opwarmen.
5.
Controleer de brander en stel hem in overeenkomstig de lokale normen en voorschriften. Zie
"Controle en afstelling van de brander" op pag. 39.
6.
Stel de centrale verwarmingstemperatuur in op de vereiste waarde door gebruik te maken van
het bedieningspaneel. Voor additionele configuraties van de installatie, zie "Instelling van de
parameters van de ketel" op pag. 8 en de Handleiding van de installateur (OF de ACVMax
Instellingen en parameters handleiding, volgens de software van de ketel, zie pagina 3).
7.
Na een werkingstijd van 5 minuten ontlucht u de verwarmingskring, tot alle lucht afgevoerd is,
en vervolgens stelt u opnieuw een druk van 1,5 bar in.
8.
Ontlucht de centrale verwarmingskring nogmaals en vul indien nodig water bij om de gewens-
te druk te bereiken.
9.
Zorg ervoor dat de centrale verwarmingsinstallatie goed uitgebalanceerd is en regel indien
nodig de kleppen bij om te voorkomen dat sommige kringen of radiatoren onder- of overbelast
zouden worden.
Taken achteraf
1.
Controleer of de installatie vrij is van lekken.
2.
Controleer of het waterdebiet door het toestel voldoende is:
• Laat de ketel op maximum vermogen branden.
• Als de temperaturen stabiel zijn, lees dan de aanvoer en retour temperatuur af.
• Controleer of het verschil tussen aanvoer en retour temperatuur kleiner of gelijk is aan 20K.
• Indien de delta T groter is dan 20K, controleer de pomp instellingen/specificaties.

CONTROLE EN AFSTELLING VAN DE BRANDER

Als de brander op vol vermogen werkt, moet het CO2-gehalte zich binnen de vastgelegde
toleranties in de technische kenmerken bevinden, (zie "Kenmerken verbranding" op pag. 18).
Voorwaarden
Ketel in werking
Procedure
1.
Controleer of de parameters van de ACVMax ingesteld zijn overeenkomstig de behoeften van de
gebruiker (zie "Instelling van de parameters van de ketel" op pag. 8), en wijzig ze indien nodig.
2.
Plaats het toestel in de modus van het maximale vermogen (raadpleeg de Handleiding van de
installateur (OF de ACVMax Instellingen en parameters handleiding, volgens de software van
de ketel, zie pagina 3)).
3.
Controleer met behulp van de drukmeter of de dynamische gasdruk minstens 18 mbar be-
draagt op de gasklep.
4.
Laat het toestel enkele minuten opwarmen tot een temperatuur van minstens 60 °C.
5.
Vergewis u ervan dat het voorpaneel gesloten is.
6.
Meet de verbranding van de brander door de sonde van de rookgasanalysator in de poort van de
meeteenheid op de rookgaspijp te steken en de weergegeven CO- en CO
met die in de tabel met verbrandingsspecificaties. Zie "Kenmerken verbranding" op pag. 18.
7.
Open het voorpaneel, zie "Demontage en terugplaatsing van de voor- en boven- panelen" op pag. 32.
8.
Meet de CO
2
groter is dan 0,4% (absoluut), moet u controleren of er van recirculatie sprake is in het rookgas-
circuit.
9.
Als de CO2-waarde (voorpaneel gesloten) met meer dan 0,3% (absoluut) verschilt van de waar-
de die in de tabel "Kenmerken verbranding" op pag. 18, voert u de volgende aanpassingen
door.
10.
Plaats het toestel in de modus van het minimale vermogen (raadpleeg de Handleiding van de
installateur (OF de ACVMax Instellingen en parameters handleiding, volgens de software van
de ketel, zie pagina 3)). Wacht enkele minuten tot de ketel een stabiele toestand bereikt heeft.
11.
Meet de CO
-waarde. Deze moet gelijk zijn aan de waarde bij maximumvermogen, of maxi-
2
maal 0,5% lager dan die waarde.
Als de waarde aanzienlijk af-
wijkt, neemt u contact op met uw
ACV-vertegenwoordiger.
CO2-afstelprocedure
Om het CO2-gehalte af te stellen,
draait u de venturischroef (1) :
naar links (tegen de wijzers van de
klok in) om het CO
naar rechts (met de wijzers van de klok mee) om het CO2-gehalte te verlagen.
Bij de Prestige 100 - 120 is de CO
schroef in een bepaalde richting laat toe de waarde cyclusgewijs te verhogen tot de
maximumwaarde, ze vervolgens te doen afnemen tot de minimumwaarde, ze weer te doen
toenemen, enz. Bij de afstelling van het CO
het toestel letten om te bepalen of de rotatie in de gekozen richting het CO
afnemen of toenemen.
Taken achteraf
Niet van toepassing
PRESTIGE 42-50-75-100-120 Solo : A1007856 - 664Y6200 • G
-waarde. Als het verschil tussen de CO2-waarde met en zonder voorpaneel
1
Prestige 42 - 50 - 75 Solo
-gehalte te verhogen
2
-afstelschroef (1) een wormschroef; de rotatie van deze
2
-gehalte moet u op de waardeverandering op
2
EN
FR
NL
ES
-waarden te vergelijken
2
IT
DE
PL
RU
1
Prestige 100 - 120 Solo
-gehalte doet
2
nl
39

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave