Radiatoren – Meerdere externe kamerthermostaten
ERLA11~16DAV3+W1 + EBVH/X11+16S18+23DJ
Daikin Altherma 3 R F
4P643602-1 – 2021.09
6
Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen
|
Voordelen
Vergeleken met vloerverwarming voor één kamer:
▪
Comfort. U kunt de gewenste kamertemperatuur, inclusief programma's, voor
elke kamer via de kamerthermostaten instellen.
Opstelling
A Aanvoerwatertemperatuur primaire zone
B Kamer 1
C Kamer 2
a Externe kamerthermostaat
b Omloopklep
c Relais
▪
Voor meer informatie over de aansluiting van de elektrische bedrading op de
unit, zie:
-
"9.2 Aansluitingen op de
-
"9.3 Aansluitingen op de
▪
Voor elke kamer wordt een (ter plaatse te voorziene) afsluiter geplaatst om geen
toevoer van aanvoerwater te hebben wanneer er geen verwarming of koeling
gevraagd wordt.
▪
Er moet een omloopklep geplaatst worden om het water opnieuw te laten
circuleren wanneer alle afsluiters gesloten zijn. Om ervoor te zorgen dat de unit
betrouwbaar blijft werken, moet deze met een minimum waterdebiet worden
gevoed zoals beschreven in tabel "Het watervolume en waterdebiet controleren"
in
"8.5 De waterleidingen
▪
De bedrijfsmodus wordt ingesteld door de gebruikersinterface in de binnenunit.
Let op: de bedrijfsmodus van elke kamerthermostaat moet ingesteld worden om
overeen te stemmen met de binnenunit.
▪
De kamerthermostaten zijn aangesloten op de afsluiters. Ze zijn ook aangesloten
op de binnenunit (X2M/35 en X2M/30) - via een relais (ter plaatse te voorzien) -
om feedback te geven als er bediening nodig is. De binnenunit zal aanvoerwater
sturen zodra er een verzoek komt van een van de kamers.
Configuratie
Instelling
Temperatuurregeling van de unit:
▪
#: [2.9]
▪
Code: [C-07]
B
C
A
M1
M2
c
a
4
buitenunit" [
120]
4
binnenunit" [
123]
4
voorbereiden" [
105].
1 (Externe kamerthermostaat): De
unit werkt op basis van de externe
thermostaat.
b
a
Waarde
Uitgebreide handleiding voor de installateur
41