Accu opladen
Waarschuwing
Bij het opladen produceert de accu gassen die tot
ontploffing kunnen komen.
Rook nooit in de buurt van de accu en zorg ervoor
dat er geen vonken of vlammen vlakbij de accu
komen.
Belangrijk
Zorg ervoor dat de accu altijd volledig is
opgeladen (soortelijk gewicht 1.260),vooral bij
temperaturen beneden 0°C, om beschadiging van de accu te
voorkomen.
1. Verwijder de accu uit de machine; zie Accu
verwijderen, blz. 25.
2. Controleer het zuurpeil; zie Zuurpeil controleren,
blz. 26.
3. Verwijder de vuldoppen van de accu en sluit een
acculader van 2 A aan op de accupolen.
4. Laad de accu gedurende 4 uur op met 2 A of minder
(12 V). De accu niet te ver opladen.
5. Als de accu volledig is opgeladen, plaats u de
vuldoppen.
6. Monteer de accu in het chassis, zie Accu monteren,
blz. 26.
Onderhoud van de bougie
Controleer de bougie om de 25 bedrijfsuren. Monteer om de
100 bedrijfsuren een nieuwe Champion RC12YC of een
bougie van een equivalent type. Controleer of de elektroden-
afstand tussen de centrale elektrode en de massa-elektrode
0,76 mm bedraagt voordat u de bougie monteert. Gebruik een
bougiesleutel voor het (de)monteren van de bougie en een
voelermaat om de elektrodenafstand te meten en af te stellen.
Bougie verwijderen
1. Schakel de maaimessen (aftakas) uit.
2. Stel de parkeerrem in werking.
3. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand gekomen zijn.
4. Verwijder het contactsleuteltje.
5. Open de motorkap.
6. Maak de bougiekabel los van de bougie (Fig. 26).
Figuur 26
1. Bougie
7. Maak de omgeving van de bougie schoon om te
voorkomen dat er vuil in de motor komt, wat
beschadiging kan veroorzaken.
8. Verwijder de bougie en de metalen afdichtring (Fig. 26).
Bougie controleren
1. Bekijk de binnenkant van de bougie (Fig. 27). Als de
isolator lichtbruin of grijs is, werkt de motor naar
behoren. Een zwarte laag op de isolator duidt meestal
op een vuil luchtfilter.
2
Figuur 27
1. Centrale elektrode met
isolator
2. Massa-elektrode
Belangrijk
Bougie nooit schoonmaken. Bougie altijd
vervangen bij zwarte laag op de bougie, versleten
elektroden, vettige laag op de bougie of scheuren.
2. Controleer de afstand tussen de centrale elektrode en de
massa-elektrode (Fig. 27) en verbuig de
massa-elektrode als de afstand niet correct is.
Bougie monteren
1. Monteer de bougie en de metalen afdichtring.
Controleer of de elektrodenafstand correct is.
2. Draai de bougie vast met een torsie van 20,4 Nm.
3. Sluit de bougiekabel aan op de bougie (Fig. 26).
4. Sluit de motorkap.
27
1
2
2. Bougiekabel
3
1
0,76 mm
m-1870
3. Elektrodenafstand (niet
op schaal weergegeven)
m–6419