Ontluchten van de hydraulische stuurpomp
Ad 2-1
Open de ontluchtingsnippel 'A'. Beweeg de zuigerstang totdat de zuiger tegen het einddeksel
'A' aanligt. Draai nu langzaam in de aangegeven richting, aan het stuurwiel op de
stuurpomp. Stop met draaien zodra de uit de ontluchtingsnippel 'A' stromende olie geen
lucht meer bevat en sluit de ontluchtingsnippel. Draai hierna het stuurwiel niet in de tegen-
overgestelde richting.
Ad 2-2
Open ontluchtingsnippel 'B'. Draai aan het stuurwiel totdat de zuiger tegen einddeksel 'B'
aanligt.
Ad 2-3
Draai nu langzaam in de aangegeven richting, aan het stuurwiel. Stop met draaien zodra de
uit de ontluchtingsnippel 'B' stromende olie geen lucht meer bevat en sluit de
ontluchtingsnippel.
Vul de stuurpomp tot het aangegeven niveau.
De eerste dagen na het vullen dient het olieniveau enkele malen te worden gecontroleerd en
indien noodzakelijk dient olie te worden bijgevuld. Het olieniveau kan eerst nog dalen
doordat fijn verdeelde lucht uit de olie ontwijkt.
Onderhoud
* Controleer regelmatig het olieniveau in de stuurpomp.
* Controleer regelmatig of de stuurpomp-as en de zuigerstang van de cilinder niet vervuilt
zijn en reinig deze indien noodzakelijk; beschadiging van de olie keerringen wordt
hiermee voorkomen.
* Ververs de hydraulische olie eenmaal per twee jaar of na elke 200 bedrijfsuren.
Pagina 25 van 51
25