Telescopische masten
F
- Specifieke procedure
4 - Laden en lossen
O
.-:-B
PM
HET CONTRAGEWICHT NAAR DE ACHTERZIJDE TE RICHTEN
4.1 - PRINCIPE
4.1.1 - Laden via oprijplanken
O
.-:-D
PM
KUNNEN RIJDEN
• Moet u de mast en de draaiarm laten dalen.
Controleer, om gevaar op slippen bij het laden te voorkomen, of :
• De oprijplanken het gewicht kunnen dragen.
• De oprijplanken op correcte wijze zijn bevestigd.
• De aanhechting voldoende is.
• De machine volledig ingeklapt is.
Bij gebruik van 2 oprijplanken mag de spreiding niet meer dan 0,35 m (1 ft 1 in) bedragen.
Gebruik, bij een te steile helling, een lier voor aanvullende trekkracht.
Stel uzelf nooit onder of in de nabijheid van de machines op tijdens het laden.
Een verkeerde beweging kan leiden tot de val van de machine hetgeen ernstig letsel en materiële schade
tot gevolg kan hebben.
74
24203 3213 0
IJ HET RIJDEN OP DE OPRIJPLANK
E HELLING VAN DE OPRIJPLANK OVERSCHRIJDT ALTIJD DE MAXIMALE TOEGESTANE HELLING
:
,
TIJDENS HET LADEN OF LOSSEN
.
E 07 07
,
HAULOTTE®
RAADT
U AAN
. O
M TE
NL