Telescopische masten
A
- Veiligheidsinstructies
3.2.6 - Gevaar op verbrijzeling en botsing
Neem, aan boord van de machine, de volgende aanwijzingen in acht :
• Houd tijdens de werking alle lichaamsdelen binnen de gondel (of het platform).
• Pas de rijsnelheid aan op de grondomstandigheden (verkeer, helling,enz.).
• Neem de remafstanden in acht :
• 3 m (9 ft 10 in) op hoge snelheid.
• 1 m (3 ft 3 in) op lage snelheid.
• Gebruik om de machine in de nabijheid van obstakels te plaatsen, de hef/uitstrek bedieningen(mast,
giek, enz.) in plaats van de rijbedieningen.
• Controleer of de werkzone vrij is van obstakels (constructies).
• Plaats om te rijden de gondel(of het platform) zodanig dat u optimaal zicht heeft.
• Stel bij slecht of beperkt zicht altijd een seinpersoon aan.
• Het voltallige personeel in de machine en op de grond dient een goedgekeurde helm te dragen.
• Controleer, bij het heffen en dalen van de machine en tijdens het rijden, de vrije ruimte aan de
onderzijde en aan de onderzijde en de zijkanten van de gondel.
• Controleer bij het verplaatsen van de machine altijd of er zich geen personen of obstakels in de rij- en
werkzone van de machine bevinden.
Werk of rij niet in de werkzone van overige machines (kraan, hoogwerker, enz.).
Houd tijdens het rijden en het bedienen van de machine rekening met de afstand, slecht of beperkt zicht
en de dode hoeken.
24203 3213 0
E 07 07
NL
17
A
B
C
D
E
F
G
H
I