Telescopische masten
D
- Werkingsprincipe
2.7 - OVERHELLING VAN DE MACHINE
Voor STAR 6 (STAR 13)
Als de machine (met uitgeschoven mast) zich op een helling bevindt die de toegestane helling
overschrijdt, alarmeert het hellingsalarmkastje de gebruiker.
Het rijden en de hefbedieningen worden onderbroken indien deze situatie langer duurt dan 1
tot 2 s.
Om het gebruik van de translatie opnieuw mogelijk te maken, worden uitsluitend de
bewegingen voor het inklappen van de machine toegestaan :
• Dalen van de mast.
Als de machine (met ingeklapte mast) een helling afrijdt die steiler is dan 10% (circa 5°),
schakelt de machine automatisch over op de lage snelheid.
Voor STAR 9
Als de machine (met uitgeschoven mast) zich op een helling bevindt die de toegestane helling
overschrijdt, alarmeert het hellingsalarmkastje de gebruiker.
Het rijden en de hefbedieningen worden onderbroken indien deze situatie langer duurt dan 1
tot 2 s.
Om het gebruik van de translatie opnieuw mogelijk te maken, worden uitsluitend de
bewegingen voor het inklappen van de machine toegestaan :
• Dalen van de mast.
• Dalen van de hydraulische ladder.
Als de machine (met ingeklapte mast) een helling afrijdt die steiler is dan 10% (circa 5°),
schakelt de machine automatisch over op de lage snelheid.
Voor STAR 8 (STAR 22J)-STAR 10 (STAR 26J)-STAR 11-STAR 12
Als de machine zich op een helling bevindt die de toegestane helling overschrijdt, alarmeert
het hellingsalarmkastje de gebruiker.
Het rijden en de hefbedieningen worden onderbroken indien deze situatie langer duurt dan 1
tot 2 s.
Om het gebruik van de translatie opnieuw mogelijk te maken, worden uitsluitend de
bewegingen voor het inklappen van de machine toegestaan :
• Dalen van de mast.
• Dalen van de draaiarm.
24203 3213 0
E 07 07
NL
53
A
B
C
D
E
F
G
H
I